De Gids. Jaargang 113
(1950)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 300]
| |||||||
C.D.J. Brandt
| |||||||
[pagina 301]
| |||||||
vragen: 1e. Welke staatsman, die ook maar enigszins recht heeft op die naam, doet dit niet en als dit zo is, wat is dan het uitzonderlijk realistische in de Sowjetpolitiek? 2e. Hoe laat zich dit realisme van het Politbureau rijmen met twee zulke verkeerde schattingen van de krachten en machten, met twee zulke blunders als Berlijn is geweest en Korea dreigt te worden? Hebben wij hier niet te doen met een van die wonderlijke legendevormingen in de eigen tijd of misschien met zo'n ‘samenzwering’, waarbij iedereen de ander maar napraat zonder meer de moeite te nemen van na te denken totdat er ineens een communis opinio ontstaan isGa naar voetnoot1? Laat ik het maar positief uitdrukken: een gevangenis, een prikkeldraadmentaliteit kan nooit realistisch zijn, omdat de gevangene de mogelijkheid van een gadeslaan en afwegen van wat er in de werkelijkheid buiten zijn muren en afrastering omgaat niet is gegeven, vooral niet, wanneer zijn opsluiting lang duurt. Welnu, wat zijn de Russen, ook hun leiders, anders dan langjarige gevangenen, zowel ruimtelijk achter het IJzeren Gordijn als geestelijk achter nog veel meer ijzeren gordijn hunner dogma's? En dan te bedenken, dat de verbindingen, die deze gevangenen nog met de buitenwereld hebben, maar van zeer betrekkelijke waarde zijn, dat het Politbureau een van de allerslechtst voorgelichte regeringen ter wereld is, omdat de Sowjetdiplomaten in het buitenland, hun geheime agenten en de communistische satellieten zich immers wel wachten om het risico ener zuivering of liquidatie te lopen terwille van de waarheid. Maar terug naar Korea. Ik noemde Stalins avontuur in Korea een blunder en ik voel mij verplicht deze opvatting nader toe te lichten. Vooral, omdat er altijd mensen zijn - en die vindt men heus niet onder de communisten en hun meelopers alleen noch in de eerste plaats -, die Uncle Joe als de onfeilbare zien, die vinden, dat hij geen fouten kan maken en die dus achter iedere mislukte onderneming (of als U wilt er voor!) steeds zoeken naar het ‘werkelijk’ succes, dat hij ermee behaald heeft en er ook mee heeft willen behalen. Zo heb ik de laatste weken herhaaldelijk gehoord en gelezen, wat de eigenlijke bedoeling was van de Noordkoreaanse raid op het Zuiden, nl. de beschikbare strijdkrachten en wapens der Verenigde Staten vast te leggen in deze uithoek van het Euraziatische vasteland, Washington | |||||||
[pagina 302]
| |||||||
te dwingen zijn krachten hopeloos te versnipperen, daardoor het moreel van het Westen beneden peil te brengen en de Amerikanen het hopeloze van hun leidinggevende taak in de wereld onder het oog te brengen. Ik geloof er niets van, dat dit het doel van de aanval op Zuid-Korea is geweest, dat Stalin zich gesteld heeft. Wat hij wilde was eenvoudig:
En daarbij ging hij uit van de opvatting, dat hij dit alles zou kunnen bereiken zonder enig ander risico dan een papieren resolutie van de rompveiligheidsraad, waarin de agressie tegen Zuid-Korea werd afgekeurd en misschien een paar boze nota's van Washington, die geen ander doel zouden hebben dan een meer of minder elegante voorbereiding van de aanvaarding van het voldongen feit. Zo sterk oordeelde Stalin de neiging tot appeasement in Lake Success (Trygve Lie was immers pas in Moskou geweest) en in het State Department, zo groot de invloed van de defaitisten ten aanzien van de Amerikaanse mogelijkheden à la Walter Lippmann of van de meelopers à la Wallace, zo angstvallig de kool-en-de-geit-sparend misschien ook de politiek der Amerikaanse regering in een jaar van verkiezingen voor het Congres. Welnu, dit hele uitgangspunt van Stalin is één kolossale misrekening gebleken en van de drie doeleinden, welke hij zich gesteld had, is er dan ook geen enkel verwerkelijkt tot dusver. Want op zijn eerste blunder heeft hij nog een tweede laten volgen: toen hij zag, dat de Verenigde Staten niet werkeloos bleven en geen seconde zelfs aarzelden, maar zich onmiddellijk te weer stelden tegen de agressie (het zal Trumans onvergankelijke eer blijven op dit voor de wereldvrede misschien wel beslissend moment gesproken en gehandeld te hebben als hij gedaan heeft, dit ben ik volkomen eens met De Kadt), toen heeft hij de gezindheid van zijn tegenstander wederom verkeerd getaxeerd, diens energie en hulpbronnen toch nog weer onderschat. Het enige, wat het Politbureau hierbij tot zijn ‘veront- | |||||||
[pagina 303]
| |||||||
schuldiging’ kan aanvoeren is, dat het deze twee misrekeningen deelde met heel veel niet-communistische pacifisten, defaitisten en zgn. realisten in het Westen. Tenzij wij eerder moeten zeggen, dat het Kremlin hier ten slotte zelf het slachtoffer is geworden van zijn eigen propaganda onder de mee-en erin-lopers! Beginnend met twee misrekeningen is het Koreaanse avontuur voor de ‘realist’ Stalin één aaneenschakeling van mislukkingen geworden. En als het doorgaat, zoals het zich op dit moment laat aanzien, dan moet het eindigen met een geduchte tik op zijn vingers, wat onder meer wil zeggen met een groot prestigeverlies voor de Sowjetunie in Azië. Als het zo doorgaat, zeg ik, want ik moet bekennen, dat ik er niet zeker van ben, of het Westen op het ogenblik, dat de militaire en diplomatieke overwinning in het zicht is, niet op zijn beurt beginnen zal met blunderen, met name, of men in Washington, Tokio, Lake Success en Londen in staat en bereid zal zijn om de mogelijkheden van de zich nu aftekenende situatie consequent tot het einde toe door te denken. Het stilhouden aan de 38ste breedtegraad zou mijns inziens zo'n blunder zijn.
19 September 1950 |
|