Amerikaanse zin voor sensatie, die niet alleen rondspat op het witte doek, waar de sportgebeurtenissen te zien zijn, maar die evenzeer waarneembaar is in de opgeschroefde en luidruchtige teksten, welke de beelden begeleiden. Sportongelukken, branden, opstootjes, oorlogstaferelen, overstromingen - ze zijn veel meer aan de orde in de journaals dan bijvoorbeeld wetenswaardigheden op wetenschappelijk gebied, tentoonstellingen, landbouwontginningen en wat dies meer zij. De belangstelling voor die laatste onderwerpen vindt men wel eens aanwezig in films van een kwartier, waarbij dan telkens één onderwerp behandeld wordt ..met vrij wat minder geestdrift dan de journaals plegen gaande te maken. Het is vooral de dynamiek, die de Amerikanen zoeken: de dynamiek van de tekenfilm de dynamiek van het journaal, de dynamiek van de speelfilm.
Wat deze laatste betreft, vindt men de Amerikanen op hun best, als zij in hun films wantoestanden kunnen signaleren, vooral wantoestanden in eigen huis. In tegenstelling tot de Britten bijvoorbeeld, die als het ware terloops en met een effen gezicht de zelfcritiek beoefenen, slaan de Amerikanen luid alarm, als ware het hun een aangename bezigheid, het mensdom duidelijk te maken, dat er heel wat op de Amerikaanse samenleving valt aan te merken. In het midden latend, waar deze soms zo naïeve behoefte haar eigenlijke oorzaak vindt, kan men vaststellen, dat het Hollywoods product bij voorkeur schijnt te zoeken naar politieke en sociale schandalen, waarbij nochtans opgemerkt moet worden, dat het niet zozeer het schandaal is, dat hun ijver gaande maakt, doch veeleer de behoefte om aan wantoestanden een einde te maken. Of zij te keer gaan tegen de politieke corruptie, tegen de corrupte journalistiek, tegen het gangsterdom, tegen een verworden ziekenhuissysteem, tegen de lynchpartijen, tegen de vervolging van negers en Joden, tegen een onbarmhartig gevangeniswezen of wat dan ook, zij pakken de zaken altijd met felheid aan en wroeten met niets ontziende hevigheid in hun wonden. Hun verontwaardiging is om beurten kinderlijk en mannelijk, sentimenteel en keihard met vrijwel steeds een neiging tot overdrijven.
In dit opzicht is het leerzaam een paar films met elkaar te vergelijken, die beide in Amerika zijn gemaakt, doch waarvan de maker in het ene geval een Amerikaan, in het andere een Europeaan is. Ik bedoel de films Fury en All the King's men. De eerste is van de Duitser Fritz Lang, de andere van de Amerikaan Robert Rossen, naar een roman van Robert Penn Warren. In ‘Fury’ wordt het lynchen aan de kaak gesteld, in de film van Rossen wordt het verhaal verteld van een gouverneur in een der staten, die zich gedwongen ziet zijn reputatie te handhaven door de grofste corruptie, tot