Charles Martin Loeffler (1861-1935), een Elzasser die zijn in de Nieuwe Wereld verworven fortuin naliet aan het Parijse Conservatorium! Maar van de gehele 19de eeuwse Amerikaanse muziek hebben alleen enkele werken van Edward Macdowell (1861-1908), in een Duits romantische stijl, enige internationale belangstelling gehad.
Sinds het begin van deze eeuw nam het aantal Amerikaanse componisten gestadig toe en thans stelt de in 1923 opgerichte ‘League of composers’. vele leden. Daarvan noemen wij er slechts twee: Aaron Copland (geb. 1900), die men als de belangrijkste componist van de U.S.A. beschouwt, en onze oud-landgenoot Bernard Wagenaar (geb. 1894) die tot de vooraanstaanden behoort. Aan deze twee namen zouden er tientallen toegevoegd kunnen worden, maar dat heeft voor ons weinig zin. Want zelfs in Amerika beseft men ter dege, dat men wel beschikt over heel wat bekwame en getalenteerde componisten, doch dat geen van hen tot de meesterklasse gerekend kan worden. Het steeds weer verbazingwekkende verschijnsel van een muzikale persoonlijkheid, die met klanken in een eigen stijl gevoelens weet vast te leggen en op te roepen, deze eerste voorwaarde van een waarlijk eigen muziek is in Amerika nog niet aanwezig. Want het gedegen vakmanschap, dat in de U.S.A. veel voorkomt, staat slechts op de tweede plaats bij het scheppen van kunst.
Wie de over het algemeen gespannen verhouding tussen Blanken en Negers in Amerika kent, zal begrijpen hoe hard het de ‘Amerikaanse’ componisten van concertmuziek valt, dat niet zij maar de ‘coloured people’ muzikaal de wereld veroverden en wel met de Negro Spirituals en de Jazz, waartoe men ook de ‘Blues’ kan rekenen. Van deze twee zijn natuurlijk de geestelijke volksliederen artistiek het belangrijkste; waardeer ze vooral niet naar de afschuwelijke zettingen, die wij meer en meer door onze radio horen! De Negro Spirituals vertonen een merkwaardig mengsel van verschillende cultuurgoederen, want de muzikaliteit van de Afrikaanse Neger, die zich vooral door rhythmische oorspronkelijkheid openbaart, ontleende aan de muziek van de Blanken melodische en harmonische grondstoffen, die tot een zeer eigen stijl verwerkt werden, zodat een geestelijk volkslied ontstond, dat dichterlijk en muzikaal van de hoogste orde is. Sommige blanke musicologen, o.a.G.P. Jackson, trachtten aan te tonen, dat de Negro Spirituals roofbouw pleegden op de ‘White Spirituals’ van de arme kolonisten in de Zuidelijke Staten, maar deze aantijging was even onwetenschappelijk als zielig.
De Jazz, die nog meer dan de Spirituals de gehele wereld veroverde, staat aesthetisch en ethisch op een veel lager plan. De meeste schrijvers erover