De Gids. Jaargang 113
(1950)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 105]
| |
F.W. Zeylmans van Emmichoven
| |
[pagina 106]
| |
deze drie gebieden bestudeert, zal men kans hebben, het eigenlijke wezen daarvan te ontmoeten. De moderne, meer Westers georiënteerde richtingen, sterk beïnvloed door, ja zelfs grotendeels gevormd uit de historisch-materialistische en evolutionistische denkwijze, leggen het zwaartepunt geheel op de invloeden van de omgeving en bestuderen de volksziel en ook de historischculturele ontwikkeling daarvan, overwegend in samenhang daarmede. In zijn voortreffelijk gedocumenteerd en boeiend geschreven werk The American Mind noemt Henry Steele Commager dan ook het Amerikaanse volkskarakter ‘the product of an interplay of inheritance and environment’. ‘That so heterogeneous an inheritance should result in so homogeneous a character suggests that environment was decisive’. Hoewel een dergelijke denkwijze door eenvoud en rechtlijnigheid verleidelijk is, dreigt daardoor toch de volkenpsychologie terug te zinken tot het, in de individuele psychologie moeizaam overwonnen, niveau van een ‘Psychologie ohne Seele’. De ziel van een volk is tezeer een geestelijke werkelijkheid, dan dat men die slechts uit de invloeden der omgeving zou kunnen verklaren. Het zijn toch telkens weer de mensen zelf geweest, die een omgeving hebben gezocht en zelfs moeizaam hebben veroverd. Zowel de Pilgrim Fathers als de latere pioniers en kolonisten werden toch in de eerste plaats aangetrokken door de ontzaggelijke mogelijkheden die hun op geestelijk en materieel gebied door dit gigantische werelddeel geboden werden en hun invloed op de omgeving, zelfs op de structuur van de bodem was een even grote realiteit als de invloed van de natuur, het klimaat en de bodemgesteldheid op hen. De volksziel der Amerikanen ontwikkelde zich in een middengebied, waarop enerzijds de physieke, natuurlijke omgeving, gevormd door geografische ligging, bodem, klimaat e.d. inwerkte, waar anderzijds een geestelijke drang, die millioenen zielen naar dit land deed stromen, om daar hun historische en culturele taak te kunnen volbrengen, vorm en inhoud aan gaf. Toch is het begrijpelijk, dat juist in Amerika, het accent zozeer op de invloed van de omgeving wordt gelegd bij de bestudering van deze vraagstukken. Nergens toch ter wereld ontmoet men een zo sterke werking van de aarde en zelfs van de onderaardse krachten (magnetisme en electriciteit) als daar. Nergens tonen de aardformaties en de natuurverschijnselen zulke gigantische afmetingen. Men wordt herinnerd aan pre-historische, dinosaurische tijdperken. Over een afstand van 5000 km strekt zich dit land uit, begrensd door de twee grootste oceanen der wereld. Een derde deel | |
[pagina 107]
| |
van dit land is een grote vlakte, die door twee berggroepen wordt omsloten. In het Noord Oosten is een complex van reusachtige meren, waarvan b.v. het Michigan Lake ons als een zee aandoet. Rivieren, zoals de Mississippi beheersen gehele staten. Wie eenmaal aan de rand van de Grand Canyon stond, heeft in diepste verwondering dimensies aanschouwd, waarvan hij het bestaan op deze aarde niet mogelijk achtte. Telkens weer wordt dat gevoel van verwondering, ja van heilige eerbied, gewekt bij een dergelijke grootse, in het verre verleden terugwijzende, natuur-openbaring. De Sequoia's in de Sierra Nevada, waarvan sommige exemplaren 80 en meer meter hoog zijn, hebben dikwijls een leeftijd van 1000 tot 4000 jaar. Men bedenkt met een huiver van ontzag, dat sommige van deze bomen daar stonden, toen Mozes uit Egypte wegtrok en toen reeds bijna 1000 jaar oud waren. Hier kan men zich niet meer zoals in Europa, in de natuur opgenomen voelen, verbonden met de goede krachten van Moeder Aarde, maar aarde en natuur zijn tot machten geworden, die onmiddellijk op den mens inwerken, sterker dan waar ook ter wereld. De natuur heeft niet het uitnodigende, mens en wereld in een eenheid verbindende, dat men in Europa vrijwel steeds ervaart, maar men bespeurt dat men door de natuur op afstand wordt gehouden, zelfs wordt afgewezen. Niet alleen de Europeaan voelt dat, ook de Amerikaan kent deze ‘hostility’. Deze sterke krachten van aarde en natuur grijpen de mens aan, vormen hem om en veranderen hem tot in zijn lichaamsbouw en constitutie toe. De ledematen worden langer, de onderkaak en daarmee de hele gezichtsvorm breder, dit alles naar men zegt reeds in de tweede en derde generatie. De gelaatsvormen herinneren hier en daar aan die van de Indiaanse oerbevolking. De oudere vrouw krijgt dikwijls deze karakteristieke Indiaanse gelaatstrekken, maar ook bij verschillende mannen treft men ditzelfde aan. Hier en daar mag de bloedmenging, die in de vorige eeuwen niet zo zelden voorkwam, een rol spelen, maar het verschijnsel is te algemeen om alleen daaruit verklaard te kunnen worden. Meer voor de hand liggend is de gedachte, dat zich in de Verenigde Staten een nieuw ras bezig is te vormen, waarvan de kenmerken in de loop der komende eeuwen steeds duidelijker zichtbaar zullen worden. Wanneer hier het woord ‘ras’ gebruikt wordt, geschiedt dat in de zin van een oudere rassenkunde, waarbij rassen onderscheiden worden naar lichamelijke, d.i. anatomische en physiologische kenmerken. De verschillen in lichaamsbouw, schedelvorm, oogstand, haarinplanting, huidskleur, e.d. geven daarbij de doorslag. | |
[pagina 108]
| |
Van een ‘volk’ zouden wij eerst willen spreken, wanneer een aantal psychologische kenmerken zich duidelijk beginnen af te tekenen. Ook dit is zonder enige twijfel bij de Amerikanen het geval, zoals verder nog beschreven zal worden. Men staat dus voor de vraag of zich hier een nieuw volk aan het vormen is, dat tegelijkertijd de kenmerken van een nieuw ras gaat vertonen, of dat vooralsnog de raskenmerken, hoe zwak ook aangeduid, primair zijn en op de bodem daarvan een volk bezig is te ontstaan. In het algemeen heeft de cultuurgeschiedenis wel aangetoond, dat een evenwichtig zieleleven zich het beste kan ontwikkelen in gematigde verhoudingen, d.w.z. in zulke gebieden, waar de invloeden van klimaat en natuur een niet al te extreem karakter dragen. Uit de bovengegeven beschrijving van de Amerikaanse natuur kan men wel concluderen, dat dit gematigde element er grotendeels ontbreekt, waardoor men er de intimiteit mist, die het Europese landschap over het geheel kenmerkt. Ook de Alpen, hoe majestueus hun sneeuwtoppen zich mogen verheffen, blijven in zekere zin binnen het bereik van ons zieleleven. Geheel anders in Amerika, waar dit gebrek aan intimiteit een van de eerste dingen is, die de Europeaan opvalt. De enorme afmetingen die zich telkens weer aan ons openbaren, de oer-structuur van de bodem en de voor-historische reminescenties doen ons met eerbied en verwondering tegenover dit alles staan. Men krijgt het gevoel in de werkplaats van de Wereldschepper zelf toe te zien. Psychologisch is de afstand te groot om een innerlijke verbondenheid te kunnen beleven. Dit gebrek aan intimiteit vindt men niet alleen in de natuur, maar de gehele Amerikaanse samenleving is er door gekarakteriseerd. De grote steden met hun avenues en boulevards van soms tientallen kilometers lengte, hun sky-scrapers en eindeloze huizenblokken, hebben zelden of nooit een wijk, waarin iets van de ons in Europese steden zo bekende intimiteit te bespeuren valt. Waar dit bij uitzondering wel het geval is, zoals b.v. in het oude Franse gedeelte van New-Orleans, wordt dit onmiddellijk een middelpunt van Amerikaans toerisme. De vele duizenden kleine steden en dorpen lijken alle sprekend op elkaar. Zij maken veelal de indruk van wat men bij ons een complex noodwoningen zou noemen. De huizen staan ergens op het gras, dikwijls zonder enige omrastering, alsof zij slechts voor korte tijd bedoeld zijn. De ‘Main-Street’ is overal hetzelfde. Hoe comfortabel de huizen ook ingericht zijn, met hun badkamers en electrisch toegeruste keukens, wanneer men er binnenkomt valt wederom het tekort aan intimiteit op. Voor de gemiddelde Amerikaan zijn zowel | |
[pagina 109]
| |
het huis als de meubelen gebruiksvoorwerpen. Alles moet practisch en comfortabel zijn, het gemak dienende. Wanneer iets niet meer aan deze eis voldoet wordt het afgedankt. Slechts zelden komt men in een milieu dat ons de indruk geeft met een innerlijkheid van zieleleven bewoond te worden. Het meest treft men dat nog aan bij echte oude Amerikaanse families, waar meubelstukken van meer dan honderd jaar oud, kostbaar aardewerk en familieportretten een sfeer van voorname schoonheid brengen. Het innerlijk leven van dit jonge volk toont een aantal kenmerken, die nu eenmaal typisch voor de jeugd zijn. Men noemt graag in Europa de Amerikaan kinderlijk en met een zeker recht, al moet men daarbij wel duidelijk onderscheiden tussen de karakterisering van een volk en van de enkele mens die tot dat volk behoort. Individueel bezien komen natuurlijk in Amerika, evenals in alle andere landen en werelddelen, mensen voor van de meest uiteenlopende ontwikkeling en beschaving. Het aantal innerlijk rijpe, zeer ontwikkelde, ja zelfs wijze mensen is in Amerika zeker niet kleiner dan in Europa. Men zal er ook kunstliefhebbers en kunstkenners in groten getale ontmoeten. Tentoonstellingen, zoals van de Weense Kunstschatten en van van Gogh's schilderijen, die bij ons tienduizenden bezoekers trokken, worden ook daar door grote scharen bezocht. Maar een volk toont nu eenmaal bepaalde eigenschappen als ‘volk’, eigenschappen die men in de gehele levensstijl, in de manier van waarnemen, voelen en denken enz. kan ontdekken. André Siegfried bespreekt in zijn laatste werk l'Âme des Peuples het Amerikaanse volk onder de titel Le dynamisme américain en inderdaad, dit dynamische element zal iedereen die in dit land komt, in de eerste plaats opvallen. Uit een geweldige dynamische wil ontstonden de sky-scrapers in Manhattan, de kilometers lange hangbruggen, de imponerende spoorwegen van kust tot kust, evenals de reusachtige farms, soms groter dan een provincie, van Texas. Men krijgt telkens weer de indruk, dat niet overleg en rijp beraad aan de bouw van deze grote scheppingen voorafgingen, maar dat de wil om dit reusachtige land te veroveren, zelfs tot op zekere hoogte te herscheppen, primair is. De wil schiet onmiddellijk in de daad; al doende en handelende worden de machtige concepties geboren in een wisselwerking tussen de dynamische wil en de voor het bezonken verstand haast onoverwinnelijke moeilijkheden. Veelal zal de Europeaan de indruk krijgen, dat de Ameriaan oppervlakkig is, dat hij het belangrijker vindt, iets gezien te hebben, dan er met | |
[pagina 110]
| |
aandacht naar te kijken. Wanneer een Europeaan een van de indrukwekkende natuurmonumenten ginds bezoekt, heeft hij de behoefte daar in stilte zijn indrukken te verwerken. Wanneer hij er zich niet innerlijk mee bezighoudt, worden de dingen niet werkelijk voor hem. Geheel anders de Amerikaan. Hij moet er iets mee doen, of ten opzichte ervan iets doen. Wanneer hij bij de ‘biggest tree in the world’ aankomt, maakt hij een foto, liefst een kleurenfoto of een filmopname en rijdt na enkele minuten weer verder. Voor hem is de Europeaan die daar stil zit te peinzen, even vreemd als voor ons de door het landschap heensnellende Amerikaan. Men zou zich echter zeer vergissen, wanneer men met het constateren van dergelijke verschillen, waarde-oordelen ging verbinden. De kinder-psychologie heeft ons geleerd, dat het kind in staat is veel op te merken, zonder naar iets te kijken op de wijze waarop de volwassene dat doet. Het kind heeft het vermogen waar te nemen door zich spelende en handelende met de omgeving te verbinden. Ook het denken van de Amerikaan heeft een dynamisch karakter. Lange, gecompliceerde gedachtegangen, waarin gedacht wordt om de wille van het denken zelf, zijn hem vreemd. Zijn denken is factisch, met de omgeving verbonden en op de omgeving gericht. De waarde van een denkbeeld wordt bepaald door de bruikbaarheid. ‘Does it work’ is de vraag. William James, de pragmatist, is de philosoof van deze levenshouding. De waarheid van een idee, zo zou men in het kort zijn leer kunnen weergeven, is niet een vaste kwaliteit, aan deze idee inhaerent, maar de idee wordt waar, wordt tot waarheid gemaakt, door de gebeurtenissen. ‘True ideas are those that we can assimilate, validate, corroborate and verify. False ideas are those that we can not’.Ga naar voetnoot1 Pragmatisme wordt aldus tot practicalisme, tot instrumentalisme. Bij de beoordeling van iemands gedachten, speelt een grote rol de indruk, die iemand op zijn toehoorder maakt, of hij vertrouwen inboezemt, of hij voor zijn denkbeelden instaat als gehele mens. Voor de beoordeling daarvan heeft de Amerikaan in het algemeen een fijn instinct. Wanneer hij niet de indruk krijgt, dat de persoonlijkheid garant is voor de waarde, d.i. de practische uitvoerbaarheid, van de idee, zal hij weliswaar welwillend luisteren, maar innerlijk spoedig overtuigd zijn, dat de ander ‘a bit crazy’ is. Deze welwillendheid om ook iemand waarmee men het totaal oneens is, ja die men zelfs niet geheel au sérieux neemt, aan te horen, vindt haar oorzaak, in respect voor ieders vrijheid, ook de vrijheid een mening te verkondigen, die min of meer ‘crazy’ is. Maar ook in een zekere goedhartig- | |
[pagina 111]
| |
heid en edelmoedigheid. De Amerikaan is ‘generous’ in de zin van grootmoedig, het tegendeel van kleinzielig. Hij ziet graag de dingen in een groot verband, zo groot, dat hem daarbij dikwijls de critische zin voor fijnere details ontbreekt. Iets van de enorme afmetingen van het land vindt in zijn ziel een weerspiegeling. Walt Whitman schreef in 1855: ‘The largeness of nature and of this nation were monstrous without a corresponding largeness and generosity of the spirit of the citizen’.Ga naar voetnoot1 Zoals steeds in een volk ook de ‘keerzijde van de medaille’ bestaat, zo ontmoet men in Amerika het tegenovergestelde van deze wijdheid en grootmoedigheid in een benepen, puriteinse geaardheid, die dikwijls de bewoners van kleine steden en dorpen kenmerkt. Dat een dergelijk jong volk leergierig is, spreekt vanzelf. Men luistert graag, soms kritiekloos naar iedereen die iets te vertellen heeft, en stelt na afloop veel vragen. In het bijzonder gaat het interesse uit naar alles, wat met psychologie en sociale wetenschappen te maken heeft. Individuele psychologie, zowel als sociale psychologie staan in het middelpunt van de belangstelling. Weliswaar is de eigen psychologische grondslag vanuit wetenschappelijk gezichtspunt bezien, dikwijls vrij primitief, maar overal, niet alleen bij studenten, maar evenzeer in het gewone leven, bestaat de drang, zichzelf als mens en zich als mens in de gemeenschap te leren kennen. Het begrip ‘human relations’ speelt nergens zo'n grote rol als daar. Op deze ontdekkingstocht naar het eigenlijke wezen van den mens, heeft men de dood als geestelijke werkelijkheid nog niet ontmoet. De drang om jong te blijven, het ouderworden te negeren, bestaat zeker ook in onze Europese samenleving, maar lang niet in die mate als in Amerika. Ongetrouwde dames blijven ‘girls’ en een grijsaard zal zijn oude vrienden als ‘boys’ begroeten. Daar de dood nu eenmaal onvermijdelijk is, geeft men de overledenen door een cosmetische behandeling een jeugdig aanzien. De begraafplaats ‘Forest Lawn’ in Los Angeles, werd door Evelyn Waugh op lugubere, wrang humoristische wijze beschreven.Ga naar voetnoot2 Het ergste is, dat men deze beschrijving nauwelijks een karikatuur kan noemen. De mens sterft niet meer, maar keert als ‘the loved one’ naar ‘the eternal source of life’ terug. Natuurlijk is Californië bij uitstek een broedplaats voor zulke extremen, maar ook elders in Amerika zal men de neiging, de dood door negatie te ontvluchten, kunnen ontmoeten. Een enkel woord over de angst, die in het Amerikaanse leven zo'n grote rol speelt. Behalve voor de atoombom en het communisme, treedt ook angst voor ziekten, zoals kanker, hartverlamming, en krankzinnigheid | |
[pagina 112]
| |
sterk op de voorgrond. Men voelt zich nu eenmaal het volk, dat het allermeeste doet voor de lichamelijke en geestelijke gezondheid, voeding en opvoeding inbegrepen. Wanneer dan de resultaten niet al te hoopgevend blijken, kan men zich voorstellen, dat een soort angst-neurose zich door de gehele samenleving heen begint uit te breiden. John Gunther, die meer van zulke contradicties constateert, schrijft: ‘This nation is supposed to have the finest standards of public health in the world. But forty percent of all draftees in World War II were rejected as physically unfit for military service - not less than 12 percent were mental or psycho-neurotic cases’.Ga naar voetnoot1 In het begin van deze beschouwingen is aangeduid, hoe de jonge Amerikaanse volksziel door de krachten van bodem en omgeving werd beïnvloed; daarna werd gepoogd, om een, zij het ook zeer schetsmatige karakteristiek, van die volksziel zelf te geven. Rest ons tot slot de geestelijke impuls, die uitstroomde van iets, wat men de genius van het volk zou kunnen noemen en die door de eeuwen heen werkte. Lazarus vestigde in 1860 er de aandacht op, dat men de culturele en historische ontwikkeling van een volk tot in de mythologie toe zou moeten onderzoeken. Wanneer men dit nu voor het Amerikaanse volk tracht te doen, zal men een dusdanig wonderbaarlijk groeiproces in weinig eeuwen aantreffen, dat de gedachte aan een nieuwe mythologie zich opdringt. James Truslow Adams geeft aan zijn voortreffelijke geschiedenis van de Verenigde Staten niet voor niets de titel The Epic of America (1945). Nadat in de 17de en 18de eeuw de eerste pioniersgroepen in dit grote, overrijke gebied begonnen door te dringen, en er als kolonisten hun verschillende, nog nauwelijks samenhangende gebieden exploreerden, bracht de 19de eeuw een steeds verdergaande consolidering van deze steeds door groeiende ‘Nieuwe Wereld’. Grote staatslieden gaven de grondslagen, waarop de nieuwe samenleving kon worden opgebouwd. Een persoonlijkheid als Abraham Lincoln staat niet anders in het Amerikaanse leven dan een der grote mythologische figuren, heroën, of halfgoden in de grijze oudheid. De zeven alinea's van het ‘Gettysburg Address’, die ieder Amerikaans schoolkind uit het hoofd kent, de woorden ‘A new nation, conceived in liberty and dedicated to the proposition that all men are created equal’, hebben voor de Amerikaan een haast magische klank. Behalve grote staatkundige leiders, verschenen dichters, zoals Walt Whitman en denkers zoals Emerson, die in bezielde woorden uitdrukking gaven aan de hoge idealen, die in dit volk leven. Vooral Emerson, | |
[pagina 113]
| |
met zijn universele ontwikkeling, zijn volkomen ondogmatische levenshouding en zijn stralend idealisme, had veel invloed. Men kan de indruk krijgen, dat in het Amerika van nu veel van deze idealen, zowel op politiek als cultureel gebied, verloren zijn gegaan, maar dit is slechts schijnbaar. De enorme technische ontwikkeling in dit land, een extra voedingsbodem vindende in een aardgebonden materialisme, schiep aan de oppervlakte een machtige, maar zeer uiterlijke cultuur, die zich ook over Europa en zelfs over andere werelddelen heeft uitgebreid. Dit ‘Amerikanisme’ dreigt de diepere, geestelijke krachten die in de Amerikaanse volksziel leven, te overwoekeren. Maar niet alleen in Europa ziet men dit gevaar. Ook in Amerika staat een aantal van de beste en edelste geesten op de bres. Men leze b.v. Adams' geïnspireerde Epilogue: ‘If we are to make the dream come true, we must all work together, no longer to build bigger, but to build better. There is a time for quantity and a time for quality’. Iets verder lezen wij: ‘We can look neither to the government, nor to the heads of the great corporations to guide us into the paths of a satisfying and humane existence as a great nation, unless we, as multitudinous individuals, develop some greatness in our own individual souls.’Ga naar voetnoot1 Het is nu eenmaal een kenmerk van de jeugd, om in hoge mate de voorstelling van levensvreugde en geluk te verbinden met uiterlijk succes en bezit. Met de redacteur van een belangrijk idealistisch ingesteld tijdschrift sprekend over de noodzakelijkheid van een diepere fundering der politieke en sociale idealen, kreeg ik ten antwoord, dat een dergelijke fundering in Amerika wel degelijk bestaat. En wel in die zin, dat ‘freedom en prosperity’ onverbrekelijk met elkander verbonden zijn. Zonder twijfel geldt dit in een samenleving, gebouwd op de rechten van ‘life, liberty and the pursuit of happiness’, meer dan ergens anders in de wereld. Maar zonder de ontwikkeling van diepe innerlijke waarden, zullen zowel de ‘prosperity’ als de ‘happiness’ steeds meer tot lege hulzen worden, waarin negatieve krachten zich kunnen concentreren. Behalve aan de toenemende neurosen en psychosen mag men hier zeker ook aan de criminaliteit denken, die tot in het politieke leven toe een niet geringe invloed heeft. Denkt men echter daarnaast aan de frisheid en onbevangenheid, die men telkens weer, b.v. bij studenten, zowel in het Oosten als in het Westen, ontmoet, en aan de vele ernstige en diepgaande gesprekken, die men met een niet gering aantal leidende persoonlijkheden kan voeren over de die- | |
[pagina 114]
| |
pere krachten van het Amerikaanse volk, dan kan men toch met gerechtvaardigd vertrouwen de ontwikkeling gadeslaan. De tegenstellingen zijn er nu eenmaal groter dan in Europa; alles speelt zich meer af in de onmiddellijke polariteit van licht en duisternis, terwijl in Europa, om in de taal van Goethe's kleurenleer te spreken, men meer te maken heeft met het gehele kleurenspectrum, dat zich tussen de beide polen van licht en duisternis vormt. In onze tijd mag er kwantitatief gezien veel duisternis in Amerika zijn, en zich als ‘Amerikanisme’ over de hele wereld uitbreiden; van een kwalitatief gezichtspunt bezien werkt er echter, zij het veelal nog verborgen, een sterk, geestelijk licht, dat tot uitdrukking brengt wat als het ware wezen van het Amerikaanse volk geboren wil worden. In dat geestelijk licht zal de vrijheid niet langer gebonden behoeven te zijn aan de voorstelling van uiterlijke welvaart en succes in het zakenleven, maar de diepere zin daarvan zal kunnen oprijzen als een geestelijk ideaal, onverbrekelijk verbonden met het ideaal van de ware mensenliefde. In die vorm leefde het bewust in de zielen van zijn grote geestelijke leiders, zoals Lincoln en Emerson, maar het leeft, zij het merendeels ook onbewust, evenzeer in de harten van een groot deel der huidige Amerikanen. Vrijheid is daar niet langer een politieke leuze, maar een door ieder individu te veroveren toekomstideaal, dat de grondslag vormt voor een menswaardige samenleving.
Freedom is not to limit, but to share;
And freedom here is freedom everywhere.Ga naar voetnoot1
|
|