In alle gevallen blijft het een feit, dat Indonesië in een toekomstig conflict als voorpost van Australië en als flankdekking een factor van betekenis is, afgezien dan nog van de materiële hulpbronnen voor de oorlogsvoering. Het tweede argument gaat uit van de gedachte dat Australië's white policy door Indonesië in de war gestuurd zou kunnen worden en dat Australië een zwakke buur niet zou dulden. Maar indien men uitgaat van de stelling dat Indonesië een zwakke buur is, hoe moet men dan begrijpen dat de Indonesiërs de Australian white policy in de war kunnen sturen?
Een andere vraag komt hierbij naar voren: Is Nederland, militair gesproken, een zeer sterke mogendheid van de toekomst en is de toekomstige militaire kracht van Indonesië een zeer onbelangrijke factor? Zonder aan de individuële heldenfeiten van het Nederlandse leger in Indonesië tekort te doen, kan men toch opmerken dat de militaire waarde daarvan gedurende de strijd tegen het Japanse leger, euphemistisch gezegd, zeer zwak bleek te zijn.
De algemene strategie in de Pacific hangt ook samen met de vraag of de bevolking meewerkt tot het bereiken van een ideaal, dat ook het hare is, maar niet met die, hoe men de historische rechten van Nederland op Nieuw-Guinea kan handhaven.
Bespreken wij verder de argumenten stuk voor stuk dan blijft er èèn over om de Nederlandse aanspraken op Nieuw-Guinea behoorlijk te funderen. De andere argumenten zijn van hetzelfde karakter als die, welke men steeds te berde bracht tegen de onafhankelijkheid van Indonesië. De morele verplichting is een echo van het beroemde ‘mission sacree’. De ‘historische aanspraken’ dateren van 350 jaren her, ze zijn dezelfde die de nationalisten bestrijden. Sympathieën van de Papuase bevolking is hetzelfde sprookje van weleer.
Een enigszins steekhoudend argument is het feit, dat Indonesië geen technici heeft en geen geld om Nieuw-Guinea zoo spoedig mogelijk tot ontwikkeling te brengen. Maar geld heeft Nederland evenmin, tenzij Amerika zo goed wil zijn om bij te springen. Indonesië echter kan beschikken over arbeidskrachten, even onmisbaar tenslotte als geldmiddelen en technici. Wil men Nieuw-Guinea zo spoedig mogelijk openleggen dan kan men dat het beste doen in het Indonesisch Staatsverband, gezamenlijk, zonder koloniale restantgedachten van historische rechten en liefde van de Papua's voor Nederland. Dat een dergelijk samenwerken onmogelijk zou zijn is voor Uniepartners een zeer gevaarlijke gedachte. Men kan samenwerken of men kan het niet. Kan men het in Nieuw-Guinea niet, dan kan men het over heel Indonesië evenmin.