de lessen te roken, zou ik u, alvorens enkele problemen te behandelen, een voorstel willen doen.
Gij allen zijt, naar ik bemerkt heb, namelijk van de mannelijke kunne en daarom zou ik met u gaarne een klein verbond willen sluiten, dat wij, als niemand daar bezwaar tegen heeft, ‘De Zwijgende Rokertjes’ zullen noemen.
Dat ‘zwijgend’ zal dan niet zozeer slaan op ons verbond zoals het hier zit, als wel op onze gezamenlijke zwijgplicht tegenover de buitenwereld, en teneinde niet al te zeer met het schoolreglement in botsing te komen, lijkt het mij het beste om tijdens het roken de lessen te staken.
Nadat hij dat gezegd had, haalde Dr Bol een grote doos sigaren te voorschijn, en gaf ons allen een sigaar in de mond. Daarna ging hij zelf zitten, stak zijn sigaar aan en zei:
- Bravo! Rookt nu allen fier en oprecht, heren.
Tot mijn grote verbazing was het vervolgens Klaas Jubbes, de voor zijn leeftijd veel te grote, onhandige stoethaspel, die na het uitblazen van een ontzaglijke rookwolk het woord nam.
- Meneer, zei Klaas, ik geloof wel dat ik uit naam van de hele klas spreek, als ik zeg dat we uw idee wederzijds goed begrepen hebben. We zijn allemaal goed bevriend met elkaar en u hoeft nergens bang voor te zijn, want we kunnen zwijgen als 't graf. Alleen wat u zei van die naam, daar wou ik nog eens op terug komen. U stelde voor om het verbond ‘De Zwijgende Rokertjes’ te noemen, maar zoals we hier zitten zijn we de puberbiteitsjaren onderhand allemaal wel ontgroeid, en daarom zou ik willen voorstellen om die naam te veranderen in ‘De Zwijgende Rokers’. - Het wil mij voorkomen, zei Dr Bol, nadat wij Klaas allen met bleke gezichten hadden toegejuicht, dat gij een klare denker zijt. Uw woorden spreken mij tot hoofd en hart. Rookt daarom fors en zwijgt als Spartanen, opdat gij vanaf heden niet voor niets ‘De Zwijgende Rokers’ zijt geheten.
De lessen die Dr Bol nadien nog in onze klas heeft gegeven, zijn mij altijd bijgebleven als de prettigste uren uit mijn gymnasiumtijd. Fransje Koerzel, die na de eerste les doodziek was geworden, omdat hij voordien nog nooit gerookt had, werd later benoemd tot deurwacht, doch verder mochten wij tijdens de lessen net doen en laten waar wij zelf zin in hadden. Practisch kwam dat hierop neer, dat wij meestal met open mond zaten te luisteren naar de wonderlijke verhalen van Dr Bol over zijn reizen naar Lapland en de Molukken, en tegen het einde van de les zetten wij dan altijd de ramen open om de rook van onze sigaren er uit te laten.