De Gids. Jaargang 113(1950)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 343] [p. 343] Henriëtte Schuurbeque Boeye Het witte paard In weer een nacht, waarin beslommeringen nawoelden, tot de zorgenschuwende slaap voorgoed verdreven scheen, kwam plotseling en helder mij weer voor dichte oogen 't paard, wit in de maan, wit in een licht weiland wemelend van geheimen. Jaren her zag ik het zoo, grazende aan de kant van 't smalle weidepad. Maar stralender en stiller nog in 't schijnsel van de maan leek het mij nu - of was 't een ander licht waarin het, als gezonden, stil en blank half zoekend naderkwam? Hel en van dicht bij mij glansde de omtrek van zijn flanken en warm voelde ik zijn adem toen het staan bleef bij de haag die weg van weiland scheidt. Daar zag het mij, vanuit oneindigheid van vrede en onschuld verwonderd aan, en boog toen weer de hals over het gras, diep snuivend in een rust die mij heel diep deed weten, even vóór ik zacht insliep, dat het mijn eigen ademhaling was. Vorige Volgende