eerste plaats, aan deze methodische mogelijkheid. De ontzaglijke invloed dien de natuurwetenschap op de hedendaagse samenleving uitoefent, leidt vanzelf tot het stellen van vragen of het vellen van oordelen over de waarde die aan dien invloed gehecht moet worden. Daarbij komen grote meningsverschillen aan het licht: waar de een zegen ontwaart, speurt de ander vloek. Beiden zullen zich echter, willen ze niet geheel in de sfeer van het emotionele blijven, gedwongen voelen tot een onderzoek naar de wording van de huidige situatie, tot de vraag, waar haar - met ontroerde dankbaarheid te begroeten of met leedwezen vast te stellen - wortels liggen. Dat onderzoek vereist echter een nauwkeurige studie van de historische ontwikkeling van het natuurwetenschappelijk en in verband daarmee ook van het mathematisch denken en leidt dus ook weer tot beoefening der wetenschapsgeschiedenis.
In helderheid van inzicht in de noodzaak, aan dezen tak der historische wetenschap een plaats in te ruimen naast de van oudsher beoefende politieke geschiedenis - voor lager en middelbaar onderwijs vrijwel nog steeds haar enige vorm -, naast de historische beschouwing van het economische en het sociale en naast de geschiedenis van de kunsten is Amerika Europa ver voor. Een kort geleden namens de Académie internationale d'Histoire des Sciences ingestelde enquête naar de positie van de wetenschapsgeschiedenis in het universitaire onderwijs heeft aan het licht gebracht, dat zij in Amerika op grotere schaal en meer bewust georganiseerd zowel in het natuurwetenschappelijk vakonderwijs als in het algemene historische onderwijs betrokken wordt dan hier nog veelal geschiedt. En deze indruk wordt door de verschijning van de reeks van uitgaven die we hier bespreken, versterkt.
Wat wij hier kort samenvatten, kan men in grote uitvoerigheid betoogd, met tal van voorbeelden toegelicht en in tal van richtingen uitgebreid vinden in het eerste deel, waarin G. Sarton, hoogleraar in wetenschapsgeschiedenis aan Harvard University en zowel door zijn redacteurschap van Isis als door zijn befaamde Introduction to the History of Science bij iederen historicus bekend, onder den titel The Life of Science een aantal Essays in the History of Civilisation verzamelt; de ondertitel is essentieel voor zijn standpunt: hij ziet wetenschapsgeschiedenis als het centrale hoofdstuk der algemene beschavingsgeschiedenis.
Na de in dit deel en in het prospectus van den uitgever uitgesproken en verdedigde beginselverklaringen wekt de wijze waarop de serie tot dusver is voortgezet, enige verrassing. Gezien de doelstelling, die immers uit principieel inzicht in beginselen en methoden der natuurwetenschap bestond,