in zoverre een ‘trouw volgeling’ van Stalin mocht heten, dat hij door zelfstandige studie van de leer van Marx en Lenin tot precies dezelfde conclusies was gekomen als Stalin. Bovendien betitelde deze verklaring Mao Tse Toeng als een van Stalins ‘naaste wapenbroeders’, een praedicaat, waarvan de betekenis pas recht duidelijk wordt, wanneer men zich realiseert, dat dit in Moskou alleen toegekend wordt aan een enkele onder de leden van het Politbureau. Kortom deze verklaring, die, zoals gezegd, in Peking werd uitgegeven vlak voor dat Mao Tse Toeng Moskou bereikte, poneerde in alle opzichten een nevenschikkend verband tussen de Chinese premier en Stalin en - wat even belangrijk is - zij wekte door er volkomen over te zwijgen de voorstelling, dat de Chinese revolutie home-made was en geen dank verschuldigd aan hulp van de Sowjetunie.
Dat dit meer is dan alleen maar een interpretatie van mij persoonlijk blijkt m.i. uit het feit, dat Moskou nodig heeft gevonden om de pretenties van deze verklaring te bestrijden, natuurlijk indirect, d.w.z. zonder haar te noemen. Toen Mao Tse Toeng een dag of veertien in Moskou was, vertelde de radio-commentator Joesof zijn Russische toehoorders nl. het volgende. Hij stelde vast, dat Stalin ‘als leider en leraar van de arbeiders van de gehele wereld’ (let op dat woordje gehele!) het Chinese proletariaat een machtig wapen had gegeven. Want hij had een theorie van de Chinese revolutie opgesteld, hij had belangrijke raad gegeven aan de Chinese revolutionnairen en bovendien de rijke ervaring van de Russische bolsjewistische partij tot hun beschikking gesteld. Stalin was het ook, die de Chinezen had gewezen op de speciale positie van hun land als half-koloniaal gebied, hij had hun aangeraden, om vooral rekening te houden met de nationale eigenaardigheden. Hier hebben we dus in optima forma de lezing - en niet uit de mond van de radiocommentator Joesof - dat Stalin de zon is en Mao Tse Toeng niet meer dan de maan.
En wanneer eenmaal het vraagstuk van neven- of onderschikking, van zon of maan aan de orde is in een verhouding van twee mensen of twee machten - de strijd tussen keizer en paus, tussen imperium en sacerdotium in de Middeleeuwen heeft het ons geleerd - dan is de oplossing daarvan niet zo gauw gevonden en - voeg ik er bij - wanneer zij al gevonden wordt, dan blijkt zij vaak maar zeer tijdelijk te zijn.
Toen ik hiervóór betoogde, dat Stalin voor zichzelf misschien wel een antwoord had gevonden op de vragen, die het nieuwe China heeft opgeworpen, doelde deze uitspraak intussen niet alleen op de kwestie van ‘gelijke of satelliet’, maar ook of zelfs in de eerste plaats op de materiële inhoud van een eventuele Russisch-Chinese alliantie. Ik ben er nl. van over-