Fanny Kelk
Georges Rouault in Boymans
Georges rouault, de zeventigjarige, is een schilder, die in ons land een veel geringere bekendheid geniet dan men, gezien ons openstaan voor schilderkunst, had mogen verwachten. Dit is natuurlijk niet louter toeval. Zijn werk bevat elementen die ons Nederlanders weinig vertrouwd zijn en wat de boer niet kent, dat eet hij niet.
Daarom is het zo goed, dat de directie van het Museum Boymans te Rotterdam het initiatief heeft genomen tot een grote tentoonstelling van schilderijen en etsen van Rouault. Men ziet nu veel werk bijeen en geraakt onwillekeurig onder de indruk van deze enigszins mystieke persoonlijkheid.
Rouault is een religieus geaard kunstenaar. Zijn voorstellingen zijn lang niet altijd stereotiep godsdienstig, al hangen ook veel van zijn onderwerpen samen met de Bijbelhistorie; Rouaults gehele levensvisie is religieus en doordrongen van een mystiek geheim. Hij ontdekt dat veelvuldig in het Bijbel-verhaal, maar we vinden het terug in alle landschappen, in alle clowns, in alle wereldse onderwerpen, die hij met zijn penseel aanraakt.
En dan blijkt, bij aandachtige beschouwing, dat vooral Rouault's kleur van mystieke aard is. Niet alleen de omlijsting van zijn kleurvlakken met zware zwarte randen, een overblijfsel van zijn oorspronkelijk beroep van glazenier, brengt het religieuze effect teweeg, maar ook de kleuren zelf, donkere roden en oranjes, emaille-achtige blauwen en groenen doen dit, evenals de wijze waarop hij er mee werkt, n.l. de meest elementaire, soms tegen boetseren aan.
In de etsen, een serie van 58, ontbreekt die kleur, maar uit de meerdere en mindere volheid van het zwart en het ongelooflijk levende wit krijgt men de indruk, dat Rouault er de kleur in heeft willen slaan. En zonder een zedepreker te zijn, heeft hij met deze etsen kennelijk iets willen betogen, een aanklacht willen richten tegen de oorlog en de menselijke zwakheid. Hij toont ons: zo is de mens, zo was hij in de tijd, dat Christus leefde en leed en stierf, en zo is hij nog heden ten dage, precies dezelfde. En zo schoon als toenmaals de aarde was, zo schoon is zij nog steeds. Dezelfde planten en bomen groeien er, hetzelfde licht valt erover, elke dag opnieuw. Wat doet het er toe of de huizen wat van karakter veranderden, het is toch slechts een nuance-verschil; of de kleding veranderde; of er in onze eeuw fabrieken staan en vliegmachines vliegen? De aarde zelve met alles wat er op leeft en groeit, het licht en de lucht en het water, dat alles bleef hetzelfde en ook de mens bleef dezelfde, al denken wij, die op dit ogenblik leven, soms wel, dat wij grote vorderingen maakten. Hier tegenover toont Rouault ons de mystiek van de aarde en van de mens, onveranderd door alle eeuwen.
De oorlogsverschrikkingen, die hem aanleiding waren tot het maken van de serie etsen Miserere, zijn ook ondanks ons modern technisch raffinement dezelfde gebleven en daarom brengt Rouault ze terug tot de elementaire gedachten, die door alle tijden heen en onafhankelijk van enige richting of technische hoogte-periode geldend zullen blijven. Aan de gedachte die erin leeft, ontlenen vooral deze etsen hun schoonheid, maar onmiskenbaar is het toch voornamelijk de kleur der mystiek, die bij terugdenken aan dit oeuvre, de taal spreekt der onvergankelijkheid.