punten in zouden bezitten voor de talrijke aanrakingslijnen en vlakken, welke de antieke wereld met de hedendaagsche beschaving gemeen heeft. Het is geen achterafpraat nu, wanneer de verklaring afgelegd kan worden, dat toen reeds voelbaar was voor de jongelui in zijn klasse, dat Huizinga die taak meesterlijk volbracht. Wij voelden om te gaan met een buitengewone persoonlijkheid en in ons ongeremd enthousiasme verklaarden we het elkaar openlijk: ‘Huisje is een genie!’
Hij wist, met zevenmijls-laarzen heen stappende door de enorme gebieden van zijn eigen geleerdheid, ons te boeien met de schildering der kernpunten, de illustratie der toppen uit het ontzaglijke feitenmateriaal. En hoe beperkt was de tijd! De eerste tien minuten van een les werden besteed aan het uit het hoofd geleerd voordragen door hem, die aan de beurt was, van het dictaat van de vorige les. Dan volgde ongeveer een half uur bespreking van het volgende dictaatgedeelte en daarna het dicteeren zelf. Alle moeilijke woorden en eigen namen werden met een zeer duidelijk, toch typisch handschrift op het bord geschreven. De voordracht was altijd zoo belangwekkend, dat het leeren van de les thuis niet veel moeite of tijd meer vorderde. Of men van huis uit plezier in geschiedenis had of niet, deed weinig ter zake. Men was geboeid; de rest kwam van zelf!
Er waren voor geschiedenis weinig onvoldoenden. Zelden werd een les niet gekend. Herrie in de klas of uit de klas moeten sturen kwam niet voor. Zelfs booze uitvallen of terechtwijzingen, ik kan ze me niet herinneren. 't Ging allemaal zoo vanzelf en het was altijd aantrekkelijk. Een bijzondere rol speelden de illustraties. Dan kwam het heele gezicht in een guitige, geamuseerde uitdrukking. De rechterhand, als een kam uitgespreid, voer een keer door den kuifboog heen. Het krijtje, altijd beschouwd als een onsympathiek maar noodzakelijk kwaad, werd geklemd in de slanke hand, die een puntigen krijthouder vormde.
Vlak boven het bord gekomen maakte die hand nog even een karakteristieke laatste heen en weer zwenking en dan verscheen, zeer vlug, met slechts weinig wegwisschingen voor verbeteringen, de altijd geestige, rake, vaak humoristische illustratie! Op den laatsten dag voor een vacantie vormden de illustraties een bijzonder festijn. Het geheele bordvlak werd dan in beslag genomen en een frappante episode verscheen in vlugge, sierlijke lijnen en strepen. Met een verbazend gemak gehoorzaamde de teekenende hand aan het bevel van weer te geven, wat in den helderen geest aan eigen voorstelling van de gegeven situatie leefde. Circa veertig jaar later staan die teekeningen van Huizinga nog duidelijk