De Gids. Jaargang 109(1946)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 68] [p. 68] Smartelijke geuzen Ze leden al lang aan elkander. Toen sprak d'ene man tot den ander: ‘Vaderland is maar een naam, maar een woord voor wat wij tesaam hadden en zullen beleven. Onze kleinheid is eindlijk vergeven, onze littekens zijn zo gericht dat wij dragen dit eendre gezicht: een Gelaat dat geleek op niemand waar 't gebogen niet kon van het Kruis. De gestronkte gestalte van Iemand is elk onzer zielen haar thuis. We leven alleen van ons lijden, geen die er zich van kan bevrijden: Nederland is enkel een smart ter hoogte en ter breedte van 't hart, om de hoogte van 't lot onberoembaar, om de breedte van 't leed onbenoembaar. We kunnen er nooit meer van spreken.’ Wat te diep zit om boven te breken draagt de stilte van d'eerste steen; om die stilte soms machtloos geween: ‘Was dan dit onze marteling waard? Is dit al, na dat vuur, na dat zwaard? Dit beduidt maar hoe diep ons verlangen.’ Er was zwijgen. Toen: zegegezangen, toen was daar meer geen mond, geen gehoor, toen was daar van ons allen één koor, toen was heel de lucht golven en beven: [pagina 69] [p. 69] ‘Is iets schoon genoeg om van te leven, dan is 't schoon genoeg om van te sterven: de geest kan zijn vrijheid niet derven, die is schone gebondenheid. Voor dit Vaderland voert hij de strijd, en brengt 't leven de vrijheid in nood, dan is vrijheid nog vrij in de dood. Kom dan beul, kom dan provocateur, kom gij gijzeling, kom gij terreur, kom gij moordenaar, hater en dief, neem ons goed, neem ons bloed, is 't u lief! Breek de wallen, verbrijzel dit vlees, met uw kolf en uw knoet en uw pees. Spaar het lood niet, verlos onze geest: hij zal vrij zijn, die vrij is geweest! Laat ons bidden: Grootmoedige God, geef vergiffenis naast uw gebod, geef uw deemoed naast ons hoge lot, geef Uw Rijk na het spoedige schot.’ En ik hoorde en ik zag, die dit zeg, drie kreten die vlogen hoog weg, drie schepen gewiekt en gewant: ‘Nederland! Nederland! Nederland!’ Februari 1945 Jan Klein Vorige Volgende