specerijeilanden. Een overzicht van Drake's verrichtingen in het Oostelijke gedeelte van den Archipel besluit de Inleiding.
Daarop volgt een uiteenzetting over de samenstelling van het ‘Tweede Boeck’, d.w.z. het oorspronkelijke geschrift, doch daarvan de tweede en betere editie, die in 1601 op de eerste van 1600 was gevolgd. In aansluiting hierop geeft de bewerker nog eenige verdere voorlichting ten gerieve van den lezer. En daarna begint de tekst van dit verslag zelf, aangevuld door eenige oorspronkelijke bijlagen.
Vierentwintig gravures in de gebruikelijke uitvoering van de Linschoten Vereeniging verluchten het verhaal.
Dank zij deze opluistering en commentaar wordt het lezen van het uiteraard wel eens wat erg gedetailleerde dagrelaas ook voor den gemiddelden belangstellende mogelijk. Den lezer zal vooral het optreden van Jacob van Heemskerck boeien, den bekwamen aanvoerder die pas kort tevoren de expeditie van Barents na diens overlijden uit Nova Zembla naar het vaderland had teruggebracht. Thans zien wij hem in de Molukken den grondslag leggen voor het Nederlandsche gezag. Eenige jaren later zou hij als overwinnaar van de Spaansche vloot voor Gibraltar sneuvelen.
Op dit derde deel zullen nog een vierde en vijfde deel volgen, waarin o.a. het journaal van Jacob van Heemskerck zal worden opgenomen.
W.J. van Balen
De reis om de wereld van Joris van Spilbergen, 1614-1617, uitgegeven door J.C.M. Warnsinck. Deel I, tekst met 1 portret en 1 titelblad, en Deel II, 27 platen en kaarten. Tesamen vormend Deel XLVII van de Linschoten Vereeniging. - 's Gravenhage, Martinus Nijhoff, 1943.
Het deel voor 1943 is door de Linschoten Vereeniging in tweeën gebonden, aangezien het boek anders wellicht te dik zou worden om hanteerbaar te zijn.
Professor Warnsinck behandelt hier het journaal van een der merkwaardigste reizen uit onze Gouden Eeuw. Een tocht die bestemd was om, in weerwil van het Twaalfjarig Bestand, onzen erfvijand aan te tasten in de bronnen zijner geldmiddelen. Want Spanje voerde den oorlog tegen de opstandige provincies - inmiddels reeds een mogendheid van beteekenis geworden - met het goud en zilver dat hem voornamelijk uit Mexico en Peru toevloeide.
Nu zou een smaldeel onder commando van Joris van Spilbergen gaan trachten, deze rijkdommen te verstoren en zoo mogelijk aan den vijand te ontnemen. Dit mocht, want het Bestand gold niet buiten Europa.
Men moet niet gering denken over de taak van zulk een vloot. Want de afstand dien men tot het eigenlijke operatieterrein af te leggen had, was geweldig groot, namelijk meer dan de helft van den omtrek der aarde. Voorts voerde iedere route daarheen onvermijdelijk door zeeën waar 's vijands schepen oppermachtig waren, en langs havens die stellig aan Hollandsche schepen geen water, brandhout en victualiën zouden willen verstrekken. Al dergelijke onmisbare voorraden moest men zich dus onderweg desnoods met geweld zien te verschaffen.
Doch bij dit alles voegde zich nog de zware arbeid om door de Straat van Magalhães te varen, een lijdensweg die gewoonlijk maandenlang duurde, met wind en stroom tegen, en aan weerskanten slechts een onherbergzame kust, door woeste inboorlingen bewoond.