De Gids. Jaargang 105(1941)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 106] [p. 106] In den trein over het viaduct Het is alsof uw wonden al geheeld zijn, Rampzalig Rotterdam.... Gij ligt daar naakt, aan 't gruwelstuk ontheven, Verminkte tors, maar leven van ons leven, En schooner niet kan het verzonken beeld zijn Dat uit der Oudheid schachten tot ons kwam. Een zilv'ren sprei, uit stuivend puin geweven, Omsluiert uw ten doode bleek gezicht, Het jammer van uw afgerukte leden.... Al wat gij waart, o, machtigste der steden, Al wat u eenmaal weder wordt gegeven, Versmolt tot droom in 't zuiver morgenlicht. Om uw verkoolde lippen waart een glimlach, Heldhaftig Rotterdam.... Dit is de lach der vrije martelaren, Waarvan kronyken eeuw'gen glans bewaren: Als 't talhout brandde, en 't brekend oog zijn God zag Bij 't laaiend licht der wentelende vlam.... Karyatide, op uw geschonden schoften Draagt gij uw deel van het verstoord Heelal. Eens zult gij van uw smartenbed herrijzen, Uw steenen heffen hoog tot bouwpaleizen, Waarheen langs blauw verschiet, zwaar van beloften De vloot der wereld statig varen zal. September 1940 Top Naeff Vorige Volgende