Stem uit de redactie
Kwam boontje om zijn loontje? - De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft op 2 Mei l.l. uit een wetsontwerp tot verhooging van de Begrooting van het Staatsbedrijf der Artillerieinrichtingen voor het dienstjaar 1938 een post van f 375.000. - verwijderd. Het gold hier de kosten, benoodigd voor den bouw van een administratiegebouw voor de Artillerie-inrichtingen in Den Haag. Het pikante van het geval was echter, dat met den bouw van het administratiegebouw op het Lyceumplein in Den Haag al begonnen was, zonder dat de wetgevende macht de benoodigde gelden had gevoteerd. De Tweede Kamer heeft een zoo rechtstreekschen inbreuk op haar budgetrecht niet willen aanvaarden en den betreffenden post dus uit het wetsontwerp gelicht. Men kan niet zeggen, dat de Kamer in dezen geen oog voor de bijzondere tijdsomstandigheden heeft getoond. Immers de in het zelfde wetsontwerp vervatte uitgaven, die voor de defensie des lands van direct belang zijn, heeft de Kamer aanvaard, maar den post voor het administratiegebouw heeft zij verworpen.
Minister van Dijk heeft bij de discussie erkend, dat inderdaad met de werkzaamheden al was begonnen en dat hij de verantwoordelijkheid daarvoor ten volle aanvaardde. Maar.... voegde hij er aan toe: ik heb tot het verrichten van die werkzaamheden geen opdracht gegeven. Wie dan wel de opdracht heeft verleend? De Directie van de Artillerie-inrichtingen, die gemeend heeft niet langer te mogen wachten.
Hier rijst een vraag. Niet betreffende de houding van Minister van Dijk; deze was in alle opzichten correct en tegenover zijn ambtenaren volkomen loyaal. Neen, de vraag, die ons op de lippen komt en nog niet gesteld werd, is deze: heeft Minister van Dijk de Directie van de Artillerie-inrichtingen na het ge-