Stem uit de redactie
Eigendunkelijke vereenvoudiging. - Het R.K. Centraal Bureau voor Onderwijs en Opvoeding geeft een maandblad uit, getiteld ‘Het Schoolbestuur’, waarin allerlei kwesties over de toepassing der L.O. wet worden behandeld, die voor schoolbesturen van belang kunnen zijn. De redactie streeft er echter naar, de leesbaarheid van het blad te verhoogen door ook andere rubrieken op te nemen; zoo publiceert zij regelmatig belangwekkende historische bijzonderheden over den schoolstrijd, terwijl zij een medewerker in de gelegenheid stelt, onder den titel ‘Naar het Leven’ schetsjes uit de schoolwereld te geven, waarin jonge, energieke, alles begrijpende en daardoor alles vergevende onderwijzers het met bekrompen en waanwijze ouders aan den stok plegen te krijgen, om hen tenslotte van de wijsheid van hun inzicht te overtuigen.
Deze schetsjes worden hier niet zoozeer om hun inhoud vermeld dan wel omdat ze zulk een allerduidelijkst voorbeeld vormen van de in de kringen van het L.O. sterker dan waar ook woekerende en door semi-officieele instanties blijkbaar aangemoedigde neiging, om naast de van overheidswege voorgeschrevene of toegestane vereenvoudigingen in de schrijfwijze der Nederlandsche taal er op eigen houtje nog eens andere bij aan te brengen; deze bestaan speciaal in het verminken van eenlettergrepige woorden, waarbij in het bijzonder de voornaamwoorden het moeten ontgelden. De schrijver heeft er blijkbaar principieele bezwaren tegen, om ooit woorden als het, ik, hij, mijn, zijn, haar, hem, een en derg. te schrijven. Deze worden bij hem stelselmatig vervormd tot 't, 'k, ie, m'n, z'n, d'r (of 'r), 'm, 'n. Wanneer hij iets moet schrijven als ‘geef haar eens een stoel’, komt er ‘geef 'r 'ns 'n stoel’ te staan. En als een zin met ‘denk ik’ eindigt, leest men