Dat iedereen zich architect kan noemen, dat deze titel niet beschermd is en dat de Minister van O.K. en W. nog onlangs heeft verklaard dat deze bescherming voorshands niet in het programma van zijn beleid was opgenomen, zijn feiten, die helaas te weinig bekend zijn.
De goede gemeente gelooft nu eenmaal, dat het woord ‘architect’ een zekeren waarborg inhoudt, die het woord ‘eigenbouwer’ mist. Daarom wordt het woord architect, dat oorspronkelijk zulk een welomschreven begrip inhield, maar dat tenslotte iedereen voor of achter zijn naam kan zetten, gebruikt als vlag om een dikwijls meer dan dubieuze lading te dekken. Ik denk hierbij nog niet eens aan ladingen met een aesthetisch minimum, maar uitsluitend aan constructieve minima. Daarom ziet men zoo dikwijls op verkoopbordjes van huizenrijen of ‘riante’ villa's de woorden ‘onder architectuur’ geschilderd.
En nu is dit jargon, dat aldus ontstond zonder een persoonsnaam erbij te noemen overgenomen in de z.g. beschaafde krantentaal met den persoonsnaam erbij. Nu is Boymans gebouwd onder architectuur van ir. v.d. Steur, 't stadhuis in Hilversum onder architectuur van Dudok en, naar de bladen dezer dagen meldden is de nieuwe schouwburg te Arnhem, onder architectuur van den heer Brons gereedgekomen.
Te omschrijven, wat het woord architectuur feitelijk beteekent, wat men er in volledigheid onder heeft te verstaan, zou te dezer plaatse te ver voeren, maar wij weten toch met elkaar ook zonder nadere uitleg, dat de architectuur - de aartsbouwerij - slaat op het gebouw en niet op den ontwerper. ‘De architectuur van den heer Brons’ zou alleen kunnen beteekenen: de structuur en het uiterlijk aspect van den heer Brons en die bedoelt toch geen krant in het geding te brengen.
Men spreekt van de architectuur van een gebouw, zooals men spreekt van de schildering van een altaarstuk en van de compositie van een symphonie. Zouden h.h. journalisten consequent zijn, wij vreezen, dat wij binnenkort in de Rotterdamsche Kunstkring, verbouwd onder architectuur van Brinkman en van der Vlugt, na genoten te hebben van een altaarstuk onder schildering van van Konijnenburg, in de avonduren, bij het Kamerorkest, zullen moeten gaan luisteren naar een symphonie onder compositie van Johann Christian Bach!