Degeen, die uit de situatie, welke, meer misschien nog dan de Agadir-crisis van 1904, de geheele wereld gedurende drie maanden in oorlogsvreeze heeft gehouden, als eenige overwinnaar te voorschijn schijnt te komen is Adolf Hitler. Toch is dit laatste, wel beschouwd, slechts schijn: overwinnaar bleef minstens evenzeer de Engelsche premier Chamberlain. Alleen de geschiedenis zal zelfs kunnen uitmaken wat waardevoller zege is geweest: de verwerving van nieuw gebied door middel eener weergalooze politieke chantage, òf Chamberlain's volkomen geslaagde beveiliging der Britsche belangen door middel van anderer offers en op zoodanige wijze, dat de wereld, in stede van hem met het verwijt van ‘perfide Albion’ te verketteren, hem nog met den lauwerkrans van den vredesapostel bejubelt. Hitler wint aan binnenlandsch prestige doch verliest aan buitenlandsche achting - als hij in dit opzicht nog verliezen kón -, Chamberlain zal binnenslands stellig aan heftige verwijten blootstaan, maar hij heeft het Britsche prestige in het buitenland, hoe vreemd het ook moge klinken, door zijn sluw-nationale politiek eer versterkt dan verzwakt. Zoo zijn zij beiden, Hitler èn Chamberlain, elk op hun wijze winnaars in een strijd, waarin Tsjecho-Slowakije een territoriaal en Frankrijk, binnenslands èn in den vreemde, een moeilijk te overschatten prestige-verlies lijdt. Het is volstrekt niet ondenkbaar, dat Tsjecho-Slowakije op den duur reden zal hebben den gebiedsafstand niet al te zeer te betreuren, doch in de Fransche geschiedenis zal de Tsjechische crisis van 1938 bekend blijven als de laatste stuiptrekking van Frankrijk's politieke hegemonie over Midden- en Zuid-Europa, een overwicht, dat dit land sedert 1918 voortdurend heeft nagestreefd doch slechts zeer tijdelijk en ten deele heeft kunnen verwezenlijken. ‘Frankrijks fout na 1918 is geweest, dat het tegelijk Athene en Rome heeft willen wezen’, zeide onlangs een groot Nederlander. De
rol van Rome is het thans op voor een ieder duidelijke wijze ontnomen. Voor hen, die Frankrijk als Athene liefhebben, is dat echter eer reden tot voldoening dan tot spijt. Dat Berlijn de combinatie met succes zal tot stand brengen is voorshands in elk geval niet te verwachten. Hetgeen in de afgeloopen maand geschiedde heeft het daar tenminste verder van verwijderd dan ooit.
B.M.T.
19 September 1938
des avonds te acht uur.