De Gids. Jaargang 102(1938)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 16] [p. 16] Twee oude verzen De aanvang van den slaap is als genezen Als voor een zieke aan de zwakke oogen Het teedere en aandachtige vermogen Van weer tot leven ingekeerd te wezen En in de sluimering en 't halve waken Openen zich de lange schemeringen De landen waar zij zijn die henen gingen En die geen helder ziende kan genaken En als de slaap komt elk eenmaal de dood De stille, de in sluimering levende En wacht op hem, tot hij zijn oogen sloot En later komt hij met een stil gezicht Voorzichtig gaande, en zwak, en bevende En aarzelend, op den drempel van het licht [pagina 17] [p. 17] Wel hen, die als de dag is heengegaan Te samen zijn als slaap hen manen gaat Wanneer zij met hen aan het venster staat Uitziende in het heldere land der maan Zij mogen leunend bij elkander staan En medezien hoe 't kalme water gaat Te rimpelen waar de maan in schaduw baadt Half zichtbaar, nu de dag is heengegaan, En langzaam zien, terwijl slaap op hen wacht Hoe zij de dunne boomen uitgekomen is En wandelt op het grasperk van den nacht. Zij sluiten 't raam; ach die zoo slapen mogen Terwijl het licht stil om hun peluw is En schaduw van een droom om hunne oogen.... 1917 J.W.F. Werumeus Buning Vorige Volgende