Stem uit de Redactie
Het Regeeringsjubileum van onze Koningin.
- Zijn veertig jaren een betrekkelijk korte spanne tijds in het leven van een land of van een volk, zij tèllen in het leven van een mensch. En hoe hooger het lot een mensch in het maatschappelijk bestel heeft geplaatst des te grooter is de verantwoordelijkheid bij ieder zijner daden en des te zwaarder zullen dan ook zijn jaren wegen.
Voorwaar, voor onze Vorstin kunnen de afgeloopen veertig jaren niet licht zijn geweest. Haar werd een taak op de schouders gelegd op een leeftijd, waarop anderen de schoolbanken nog niet of nauwelijks zijn ontwassen en al verheugde, gedurende het eerste gedeelte van Haren regeeringstijd, de wereld zich nog ineen zeker vreedzaam aanzien, het overgroote deel dier periode is er toch wel een geweest van voortdurende ongewisheden en van voortdurende spanningen. Mocht al onze Koningin de voldoening deelachtig worden, met Haar volk buiten den grooten oorlog te zijn gebleven, hoeveel zal Zij toch niet aan duizenden Harer onderdanen hebben toegewenscht, waartoe te geven ook Zij onmachtig was gedurende de vele zware jaren na den Wereldramp.
Naast dat leed, bleef ook direct, persoonlijk leed Haar niet bespaard. Maar ook veel liefs gewerd Haar. Waar velen het Haar gegund zouden hebben op Haar jubileumsdag nog naast zich te weten Haar Gemaal en Haar Moeder, de door ons volk zoo diep betreurde Koningin-Regentes, naar Wie bij het herdenken van het jaar 1898 Hare en zoo veler gedachten zeker zullen uitgaan, daar zijn nu velen met Haar dankbaar, dat zij omringd is door het jonge gezin van Prinses Juliana, Prins Bernhard en Prinses Beatrix. In hen vindt Zij, nà het verleden, in eigen kring de toekomst, met zijn hoop en zijn verwachtingen. Dat deze hoop en het geloof in de toekomst, zoo van Haar kinderen als van Haar land Koningin Wilhelmina verder mogen schragen; van de liefde en de trouw van Haar volk kan onze Vorstin verzekerd zijn.