aangevuld met schenkingen van allen die voor dit doel iets te missen hebben. Daarnaast moet jaarlijks een vast bedrag door den bibliothecaris voor aankoop besteed worden. Hierin dient hij vrij te zijn, behoudens de restrictie, die voor alle openbare boekerijen geldt, aangevuld met de bepaling dat wat door hem wordt aangeschaft, uit een opvoedkundig oogpunt verantwoord is. Wie hierop toezicht dient te houden? Desnoods een bibliotheekcommissie, waarin ouders, leeraren, school- en leeszaalbestuur zijn vertegenwoordigd - als men dit noodig acht. Van meer belang echter is het om de leerlingen een werkzaam aandeel in de bibliotheekzaken te laten innemen. Onder leiding van den bibliothecaris kunnen zij zich eenig inzicht in de bibliotheekwetenschap bijbrengen, ten minste in het titelbeschrijven en de bestaande catalogusvormen, niet omdat deze kennis zoo'n bijzonder voorname rol zal spelen in het leven, of alleen maar om te leeren hoe een bibliotheek te gebruiken, maar omdat de kennis van het boek dient vooraf te gaan aan de kennis van den inhoud, wat de tallooze lezers, die geen aandacht schonken aan voorberichten, inhoudsopgaven, aanteekeningen, druk-vermeldingen en data van uitgave, meestal te laat, met verlies van veel tijd en moeite ontdekt hebben. Dat men in een bibliotheek nog iets kan leeren van orde en accuratesse spreekt vanzelf.
De bibliothecaris zal er rekening mee dienen te houden dat hij te doen krijgt met de jeugd, die bezig is zich tot persoonlijkheden te vormen. Ieder individu heeft bijzondere behoeften, eigen liefhebberijen, kunstzin, technische, economische of huishoudelijken aanleg. De bibliothecaris moet veel van zijn lezers te weten zien te komen, zonder dat zij dit als een onbescheidenheid voelen; zij zouden anders waarschijnlijk weigeren in de bibliotheek terug te komen. Daarnaast bestaan de schoolclubs met hun bijzondere belangen. Zeker heeft de bibliothecaris contact met de besturen dezer clubs noodig, die zullen komen aandragen met wenschen van wat zij op hun speciaal terrein in de bibliotheek zouden willen zien aangeschaft.
Tenslotte nog iets betreffende de financiën. Ongetwijfeld een voornaam punt, al zijn met een en ander geen duizenden guldens gemoeid. Men kan zich een combinatie van H.B.S. en gymnasia in een gemeente voorstellen, die gezamenlijk het salaris van één bibliothecaris opbrengen, (die zeker niet den geheelen dag op één