De Gids. Jaargang 102(1938)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] Verzen In mineur Nu mij niets aan dit alles meer bindt ga ik ook maar liever heen. Op het pad dat ik voor mij vind zie ik enkel distels en steen. Maar in haar liefde heb ik geloofd, merg en bloed van mijn bestaan. Heb ik die nu mijzelve ontroofd of ontdeed ik mij van een waan? Te erkennen te hebben gefaald, niet eens meesleepend en groot, is alle winst die ik heb behaald. Wie weet slaag ik in den dood. [pagina 46] [p. 46] Tusschen zoovelen.... Tusschen zoovelen genoodzaakt te leven, omrasterd door dit luidruchtig bedrijf, en hoorig het oorverdoovend gekijf, hun listen en meest hun armzalig streven - is dit alles wat ons werd toebedacht en waarom monden zwijgen, oogen breken? Laat af, keer in den stalen winternacht tot de onaanrandbaarheid der hemelstreken. Jan Campert Vorige Volgende