| |
| |
| |
Buitenlandsch overzicht
China, Spanje, Varia
19 Oct. 1937
In het Juli-overzicht werd vermeld, dat (7 Juli) te Wangping, op 32 K.M. van Peking, een botsing tusschen Japansche en Chineesche troepen had plaats gehad, en dat onderhandelingen over dit incident geopend waren en voortduurden. Zij zijn onbevredigend opgelost. Een correspondent van Havas ging (18 Juli) te Tokio op kondschap uit en vroeg aan militaire en diplomatieke gezaghebbers, wat Japan in wezen verlangde? Zij gaven hem twee punten op: 1e strategische contrôle van Noord-China tot de Gele Rivier; 2e een zoo groot mogelijke economische contròle ter verkrijging van een deel der in die streek aanwezige grondstoffen.
De heele wereld begon de zaak met belangstelling te volgen. Japan eischte bestraffing der ‘schuldigen’, vergoeding der door Japanners geleden schade, en ‘onderdrukking van anti-Japansche en communistische activiteit’. China beriep zich op het internationale recht en de bestaande verdragen, en zeide eene regeling van het incident te willen aanvaarden 't zij bij directe onderhandeling 't zij bij bemiddeling van derden, 't geen Japan verwierp. Beide partijen weken niet van hun standpunt; 26 Juli kwam het bij Peking tot ernstige gevechten, en spoedig in heel Noord-China. De Britsche en Amerikaansche ambassadeurs te Tokio gaven aan den minister van buitenlandsche zaken, Hirota, hun verontrusting te kennen over den gang dien de zaken blijkbaar dreigden te nemen, maar kregen ten antwoord (28 Juli), ‘dat de aangelegenheid in handen van het Japansche leger was’. Het woord was dus aan de kanonnen. ‘Een vrede’, zeide de Chineesche maarschalk Tsjiang Kai sjek, ‘zal alleen gesloten worden na een Chineesche overwinning op het slagveld’ (29 Juli).
| |
| |
Troepenzendingen bleven aanhouden; de Japansche luchtmacht kwam in actie. Zij bombardeerde Takoe, de voorhaven van Tientsin (1 Aug.). China's militaire leiders kwamen te Nangking bijeen (4 Aug.). Te Sjanghai, in de Europeesche nederzetting, begon een paniekstemming te heerschen (5 Aug.). Alle Chineesche mannen van tusschen de 20 en 25 jaar werden onder de wapenen geroepen (7 Aug.). Meer en meer begon zich de strijd te Sjanghai te concentreeren (13 Aug.). Bij een poging van Chineesche vliegers, Japansche oorlogsschepen die voor Sjanghai lagen te bombardeeren (zij waren gemeerd zoo dicht mogelijk onder de internationale concessie), kwamen eenige bommen in de Fransche concessie terecht (14 Aug.). Dertien gebouwen aan de ‘Bond’ (Sjanghai's Wangpoe-kade) werden in elkaar geschoten, toen het Chineesche geschut het vuur opende tegen het Japansche oorlogsschip Izoemo (19 Aug.). Intusschen hadden een groot aantal Europeanen Sjanghai verlaten. De Engelsche gezant te Sjanghai werd door schoten uit een Japansch vliegtuig gewond (26 Aug.).
Intusschen dekte China zich eenigermate den rug, door een niet-aanvalsverdrag te sluiten met de Sowjet-Unie (29 Aug.); het werd dus mogelijk dat, naar aanleiding van dit verdrag, Rusland het Chineesche leger indirect met wapenen, munitie en vliegtuigen ging steunen, of, door troepenconcentratie aan de grens, Japan zou noodzaken, een gedeelte van zijn troepen daartegenover te stellen. Inderdaad werd bericht, dat naar de grensprovinciën 250.000 Russische soldaten op weg zouden zijn, waartegen, in Mantsjoekwo, Japan reeds over 170.000 man zou beschikken, die het hoopt, om aan de Russen geheel gelijk te zijn, nog tot 250.000 man te kunnen opvoeren. In Noord-China vechten de Japanners reeds met 180.000 man, en bij Sjanghai met 100.000 (17 Sept.). Zou dus (zooals menigeen vreest, en enkelen hopen) een wereldoorlog onafwendbaar zijn?
Niet alleen in Noord-China valt de uitkomst Japan tegen, maar ook bij Sjanghai, Om te allen koste aan het Chineesche avontuur zoo spoedig het maar kan een eind te maken, bombardeerden Japansche vliegtuigen 22 Sept. Nanking en Kanton, waarbij (te Kanton) duizenden non-combattanten werden gedood; - de Chineezen laten er zich niet door ontmoedigen. 25 Sept. werd de luchtaanval tegen Nanking met meer gevolg herhaald; de vernieling was thans ontzettend. Buitenlandsche militaire waar- | |
| |
nemers schatten thans, dat aan eventueele Russische machinaties door Japan het hoofd kan worden geboden met 500.000 man en 2000 vliegtuigen; dat de Japansche krijgsmacht in Noord-China nu is gestegen tot 350.000 man en 500 vliegtuigen, en die tegen Sjanghai (Nanking, Kanton) tot 150.000 man met 400 vliegtuigen (29 Sept.).
De Assemblée te Genève en het departement van staat te Washington veroordeelen (6 Oct.) Japan's optreden. 10 Oct. meldt nu Japan dat het in Noord-China eenige successen behaald heeft. 11 Oct. vertrok de Sowjet-gezant te Nanking, Bogomolof, naar Moskou, met rapport aan het Kremlin, dat indien Rusland niet te hulp komt, China het binnen twee maanden zal moeten opgeven. 14 Oct. ‘beefde’ Sjanghai (zegt de Nieuwe Rotterd. Ct.) ‘onder het heftigste artillerie-bombardement dat ooit sinds den oorlog is voorgekomen.’ Tenzelven dage zijn vier Japansche ‘volks-ambassadeurs’ met bestemming naar Amerika en Europa vertrokken, om der wereld kond te doen dat Japan ‘tot het bittere einde’ zal blijven vechten. Volgens Chineesche berichten van 14 Oct. zouden de Japanners in de laatste veertien dagen voor Sjanghai 20.000 man verloren hebben.
‘The Nanking armies’ (zeide het Septembernummer van The Round Table) ‘include (besides great numbers of troops of inferior value) 200.000 men equipped and trained on a Western pattern, and an air force believed to consist of over 700 planes. But, apart from the sarcity of trained pilots, Chinese inefficiency in air warfare is limited by the lack of factories to supply replacements. There can be no doubt that Chinese material and equipment is on the whole much inferior to the Japanese. But this advantage to Japan would be discounted if the war became a guerilla one. For guerilla warfare the Chinese soldier is admirably suited, as is also much of the Chinese terrain; Japan would find her lengthening communications hard to defend; the longer the war lasted, the greater the possibility of financial collapse or social disturbance in Japan, of intervention by the U.S.S.R., or of mediation by other Powers.... It would surely be anomalous if, after the line taken in Spain, we should sell arms to Japan, about whose responsibility for the Far Eastern outbreak there can be no two questions.’
| |
| |
In het voorjaar mislukte Franco's tweede offensief tegen Madrid. Sedert gebeurde er eigenlijk weinig. Bilbao viel; nu ook (eind Aug.) Santander.
Eind Juli scheen de gerekte tragi-comedie der niet-inmenging haar einde te naderen, doch nauwelijks was de maand koud, of er kwam weer een zooveelste moeilijkheid. De ondercommissie voor niet-inmenging kwam 30 Juli bijeen en von Ribbentrop zeide, ‘dat Rusland, door de toekenning van de rechten van oorlogvoerenden aan de partijen in Spanje te weigeren, het Britsche plan vernietigd had.’ Grandi sloot zich bij den Duitschen ambassadeur aan. Een volkomen negatief resultaat dus. De ondercommissie werd 6 Aug. verdaagd in afwachting van een technisch rapport over het contrôle-stelsel.
2 Sept. gaf Eden den Franschen zaakgelastigde te Londen te kennen, dat Engeland bereid was deel te nemen aan een door Frankrijk voorgestelde conferentie ter beteugeling van de onveiligheid in de Middellandsche Zee. Engeland had reeds een plan ontworpen om de zeerooverij in samenwerking met de overige Middellandsche Zeemogendheden te bestrijden, en scheen aan de algemeene aanvaarding van dit plan niet te twijfelen. De Engelsche ochtendbladen van 9 Sept. zeiden dat de conferentie te Nyon door zou gaan, ook al namen Duitschland en Italië er niet aan deel. De conferentie dan is 10 Sept. begonnen, zonder Duitschland en Italië. Er werd voorgesteld dat Engeland en Frankrijk zich zouden belasten met het zuiveren der Middellandsche Zee westelijk van Malta; de andere mogendheden ter conferentie vertegenwoordigd (Bulgarije, Egypte, Griekenland, Roemenië, Rusland, Zuidslavië, Turkije) met het zuiveren der Middellandsche Zee oostelijk van Malta; aan Italië zou alsnog deelneming worden aangeboden. Daar echter Italië deelneming weigerde indien Rusland meedeed, en Rusland even beslist weigerde in een regeling toe te stemmen waarbij het Sowjet-regiem zou zijn uitgesloten, besloot men nu dat de geheele Middellandsche Zee zou worden gepatrouilleerd door Engeland en Frankrijk alléén (11 Sept.). Italië weigerde eerst alle deelneming, indien het geen gelijk aandeel kreeg als Engeland en Frankrijk (14 Sept.), doch koos, toen het den indruk had gekregen dat Hitler voor een oorlog tegen Engeland en Frankrijk (om Spanje) zeer weinig gevoelde, eieren voor zijn geld en stelde nu voorwaardelijke toetreding tot
| |
| |
de overeenkomst van Nyon in uitzicht, waarop Engeland en Frankrijk zich bereid verklaarden de geheele kwestie terwille van Italië te heropenen, en hiertoe de subcommissie van de niet-inmengingscommissie te gebruiken; - waarbij echter weldra bleek dat de tegenstellingen nog even onverzoenbaar zijn gebleven als in Juli het geval was, en zoo sleurt de zaak, die voortgaat aan den Europeeschen vrede te knagen, tot gemeen ongeluk voort.
Met zijn plannen tot hervorming van het Hooggerechtshof schijnt Roosevelt nog niet veel succes te hebben. Zijn populariteit dankte hij feitelijk aan zijn ‘New Deal’, d.w.z. aan zijn zeer vooruitstrevende sociale politiek, doch thans schijnt men op dien weg den president niet langer te willen volgen. Roosevelt heeft door zijn sociale politiek een scheidingslijn geschapen, die dwars door de oude partijen heengaat. De Amerikanen zijn echter een merkwaardig aan overgeleverde partijformaties gehecht volk, en dit doet Roosevelt kwaad.
Ter gelegenheid van den 150sten verjaardag der Amerikaansche grondwet heeft hij een rede gehouden aan den voet van het gedenkteeken van Washington, en de democratie verdedigd tegen den autoritairen staat. Zij moest haar recht opnieuw bewijzen door zich in staat te toonen haar aanhangers minstens evenveel te schenken als de dictators het de hunne doen. Maar het ongeluk voor Roosevelt is dat hij een staatssocialisme huldigt dat in strijd komt met een zuivere opvatting der democratie. - Te Chicago hield hij vervolgens een rede waarin hij zeide, dat de internationale politieke situatie toenemende onrust wekt bij alle volken die in vrede en vriendschap met elkander wenschen te leven. Er heerschte thans een terreur, een minachting voor het internationale recht zóó groot, dat de grondvesten der beschaving er door bedreigd worden. Het is voor de Vereenigde Staten van het grootste belang het heilige karakter der internationale verdragen te herstellen. De epidemie der onwettigheid schrijdt voort. Men moet dus gemeenschappelijke maatregelen nemen om de zieken af te zonderen en de publieke gezondheid te beschermen. Maar hoe de Vereenigde Staten al dit fraais en heiligs zullen verwerkelijken, vertelde Roosevelt ons niet.
Koning Leopold heeft 23 Juli van Zeeland een brief geschreven
| |
| |
die van ingenomenheid getuigt met de belangrijke opdracht, door Engeland en Frankrijk, niet zonder hoop van medewerking ook der Vereenigde Staten, aan den Belgischen premier verstrekt om een rationeele wereldeconomie te helpen bevorderen. De koning hoopt dat de grondgedachten van universaliteit, bestendigheid en zelfstandigheid daarbij zullen kunnen bewaard blijven, en het is van het grootste belang, dat daartoe de adviezen van alle groote deskundigen der wereld mochten worden ingewonnen. Een sympathiek gebaar, waarvan niet te veel mag worden verwacht. De pogingen van van Zeeland zijn ongelukkig doorkruisd door de binnenlandsche moeilijkheden die de Belgische premier in toenemende mate ondervindt, zoodat zijn aanblijven zelfs twijfelachtig is geworden.
Intusschen heeft België gewenscht dat de geruststellende verzekeringen die het van Engeland en Frankrijk ten aanzien van de eerbiediging der Belgische neutraliteit had ontvangen, door Duitschland mochten herhaald. Duitschland heeft thans bij nota van 13 Oct. verzekerd, dat het de onschendbaarheid van België een gemeen Europeesch belang acht en bevestigt zijn besluit, die onaantastbaarheid onder geen omstandigheden te schenden, ‘uitgezonderd natuurlijk het geval, dat België in een gewapend conflict, waarbij Duitschland betrokken is, aan een tegen Duitschland gerichte militaire actie deelneemt. De Duitsche regeering is bereid, evenals de Britsche en Fransche regeering, België bijstand te verleenen ingeval het voorwerp zou zijn van een aanval of inval.’
In Augustus vergaderde de mandatencommissie van den Volkenbond over den door Engeland voorgestelden toekomstigen status van Palestina. De practische oplossing zou zijn, dat Joden en Arabieren elkander leerden verstaan, maar hieraan ontbreekt alles. In September was het dan zoover, dat de Volkenbond besloot, de Engelsche regeering ruimte te laten haar propaganda voor de uiteindelijke verdeeling van Palestina voort te zetten. In den beginne had die regeering naar grooten spoed met de afdoening van het vraagstuk getracht, maar die ijver schijnt thans eenigermate bekoeld te zijn. Zij zal nu een nieuwe commissie naar Palestina moeten zenden die met de twee partijen het denkbeeld der verdeeling, waarvoor geen van die twee iets gevoelt,
| |
| |
verder te bespreken. ‘Als Palestina ooit vrede zal hebben’, schreef de Daily Telegraph, ‘moeten er van beide zijden concessies worden gedaan en de extremisten worden onderdrukt.’ Hetgeen voor Engeland een moeilijke taak is, die nog wel eens zwaar zal vallen, en tenslotte toch, met steun van den Volkenbond, tot een min of meer eigenmachtige beslissing zal moeten leiden.
25 Sept. kwam Mussolini naar Duitschland, om Hitler te ontmoeten, en 28 Mei heeft het op het Meiveld te Berlijn gedaverd van redevoeringen. Hitler sprak: ‘Democratie en liberalisme hebben ons volk niet voor smaad kunnen vrijwaren, en het nationaalsocialisme moest komen om het de vijftien jaar onthouden rechten terug te geven. Aan die ontrechting heeft het fascistische Italië nooit medegedaan’ (gejubel). ‘Dit Italië is nu onder Benito Mussolini een imperium, maar ook Duitschland weer een wereldmacht geworden. De kracht van onze beide rijken zal de vervulling van onze cultureele zending in Europa waarborgen’ (gejubel). - En Mussolini: ‘Achter mijn bezoek liggen geen geheime bedoelingen; wij zijn niet van plan het reeds zoo sterk verscheurde Europa nog dieper te verdeelen. Mijn bezoek richt zich niet tegen andere staten of hun belangen. Wij nationaal-socialisten willen den vrede, en zullen steeds bereid zijn voor een vrede te werken die de vraagstukken niet voorbijgaat, maar ze oplost.... Duitschland en Italië streven hetzelfde doel na, ook op het gebied der economische autarkie. Zonder economische onafhankelijkheid is de politieke onafhankelijkheid van een natie zelfs twijfelachtig.... Dit gevaar hebben wij in onze onmiddellijke nabijheid bemerkt toen de 52 te Genève aanwezige staten besloten tot de misdadige sancties tegen Italië. Ondanks allen aandrang heeft Duitschland zich niet bij die sancties aangesloten; nooit zullen wij dit vergeten.... De grootste democratieën, die thans op de wereld te vinden zijn, zijn Duitschland en Italië. De ethiek van het fascisme stemt overeen met mijn persoonlijke moraal: wanneer men een vriend heeft, met hem samen te gaan tot het einde toe.... Het Europa van morgen zal fascistisch zijn.’
Waarschijnlijk einde November of anders begin December, zal Hitler een tegenbezoek brengen. Dat er geen mededeeling omtrent de Duitsch-Italiaansche besprekingen is verschenen, wordt
| |
| |
gemotiveerd met de omstandigheid, dat immers de Führer en Mussolini zich op het Meiveld gedetailleerder hebben uitgesproken dan in eenig communiqué ter wereld mogelijk ware geweest....
Dat Duitschland met hernieuwden aandrang op de teruggave van zijn koloniën terugkomt, kan een gevolg van het bezoek van Mussolini zijn. Zonder Engeland's steun valt er niets te bereiken, en het ziet er niet naar uit, dat die steun door de tegenwoordige Britsche regeering zal worden verleend. Weerzin tegen al wat naar nationaal-socialisme of fascisme zweemt groeit bij het Engelsche volk sterk aan, en dat Duitschland niettemin juist op zulk een oogenblik zijn koloniale verlangens herhaalt, maakt een naderend conflict des te waarschijnlijker.
Intusschen - Europa kan misschien nog veel verdragen....
C.
|
|