verhinderd wordt. De Russische arbeider is dientengevolge niet bij machte zijn levensomstandigheden met de buiten de grenzen bestaande te vergelijken noch zijn lot aan dat van anderen te toetsen.
Van deze onwetendheid geeft hij verbijsterende voorbeelden. Datgene, wat ook de leek in de leer der zielsziekten tegenwoordig grif een meerderwaardigheidscomplex noemt neemt er ongewoon weerzinwekkende vormen aan. Het beschamendst in deze collectieve verminking is wat hij als ‘desindividualisation’ aanduidt en wraakt. Over deze beschaving of wat ervoor doorgaat is de schaaf gehaald. Het conformisme moge andere schijngestalten aannemen dan in totalitaire staten, het is er niet minder afstootend om. En het aanvaarden van de wijsheid, die de Prawda en andere instanties uitdeelen stuit zelfs niet op tegenstand. De geest van de massa is zoo geconstrueerd, dat er blijkbaar zelfs geen schijnheiligheid van noode is om haar te manen zich bij deze uitspraken neer te leggen. ‘En ik twijfel of in eenig ander land tegenwoordig, ware het in het Duitschland van Hitler, de geest minder vrij, meer gebogen, vreesachtiger (geringeloord), sterker leenplichtig is.’
Dit streven tot berooving van het individu ten behoeve van de massa wreekt zich in laatsten aanleg op de massa zelf. De georganiseerde lafheid in verklikken, het anderen naar de oogen kijken, de nivelleering naar omlaag, bij voorbeeld bij de fabrikatie van gebruiksvoorwerpen en woninginrichting, de opkomst van bevoorrechte standen en aan den anderen kant armen, de kinderlijke trots op zekere technische ‘verworvenheden’ vlak naast teekenen van barre achterlijkheid op het stuk van elementaire gezondheidszorg en sociale maatregelen in het algemeen, vooral de walgelijke persoonsvereering van Stalin, van dit alles getuigt Gide in dit werkje, geschreven in dien helderen, conciezen, loopenden stijl, welke, waar ook aangetikt, den klank van de goede trouw geeft.
De verblinde partijgangers, die Gide tot paradepaard uitriepen, toen hij zich tot het communisme ‘bekeerde’ en zich op hem beriepen om eigen geloof te stijven en andere zielen te winnen, hebben het zich zelf te wijten, dat zij door deze boodschap geschokt worden. Dezelfde Prawda heeft zich gehaast den ‘kleinburgerlijken ketter’ uit te bannen na hem met hosannah's