daar in één adem aan toe voegt, dat Engeland zelf zich aan die leus van den dag weinig of niets gelegen laat liggen, maar wanneer de overgroote meerderheid der Engelschen ‘reject the formula’, dan doen zij dat volgens hem ‘not so much for itself as because they reject all formulae’. Principieel verzet tegen de nieuwe maxime is dus ook van Groot-Brittannië niet te verwachten.
Toch berust de antithese o.i. op een principieele vergissing. Men voert geen gezonde buitenlandsche politiek zoolang men zich laat leiden door criteria van binnenlandschen aard. Elke poging het buitenlandsch beleid te oriënteeren op gelijkheid van ras, van religie of van inwendige organisatie loopt onvermijdelijk op teleurstelling uit. De religieuze antithese, die in het begin van de zeventiende eeuw een oogenblik de Europeesche politiek scheen te zullen bepalen, werd met beslistheid doorbroken toen de Protestantsche kampioen Gustaaf Adolf zich (bij het verdrag van Baerwalde, Januari 1631) met het katholieke Frankrijk verbond. Toen, bijna twee eeuwen later, na Napoleon's val de Heilige Alliantie, onder leiding van den met weinig staatsmansinzicht begaafden Alexander, beproefde het Europeesch concert op het beginsel der legitimiteit te baseeren, duurde het niet lang of Canning kon met voldoening de mislukking van dat streven vaststellen: ‘Things are getting back to a wholesome state again. Every nation for itself and God for us all! Only bid your Emperor be quiet, for the time for Areopagus and the like of that is gone by.’ En toen tenslotte weer een eeuw later een even confuus idealist als Alexander een soortgelijk experiment op democratischen grondslag beproefde, bewerkte hij geen beter resultaat. Wilson's ‘democratische vrede’ van 1918 heeft ons noch de democratie noch den vrede kunnen verzekeren.
Het ziet er dan ook voorshands niet naar uit, dat Hitler's oproep bij de Europeesche staatslieden willig gehoor zal vinden. Het fascistisch Italië blijkt voorloopig ten aanzien van het evenzeer ‘totalitaire’ Duitschland tot niet meer dan een flirtation bereid, en het democratische Engeland denkt er niet aan zich door de roode lap, die Hitler het voorhoudt, van de wijs te laten brengen. Ja zelfs ten aanzien van de Sowjets is twijfel gerechtvaardigd of zij niet bezig zijn hunne ondergrondsche interventie in de binnenlandsche politiek van andere staten te liquideeren terwille van een zuiverder en daardoor krachtiger buitenlandsche