Buitenlandsch overzicht
Spanje. - De wilde vrees
25 Aug. 1936
De bloedige opstand in Spaansch-Marokko, die, naar het zich aanvankelijk liet aanzien, tot Marokko beperkt was gebleven, is naar Spanje zelf overgeslagen. Generaal Franco, oud-gouverneur van Marokko, die thans van Melilla uit het bevel voert, bericht dat 19 Juli troepen onder generaals Queipo de Llano, Lopez Pinto en Goded, er in geslaagd zijn naar Spanje over te steken. De radiostations te Ceuta, Cadiz en Sevilla zijn in hun handen. Franco proclameert, dat Andalusië, Valencia, Valladolid, Burgos, Arragon, de Canarische eilanden en de Balearen benevens hun garnizoenen en civiele strijdkrachten zich bij den opstand hebben aangesloten. De regeering van het volksfront maakt door middel van den Madrileenschen zender bekend, dat zij den toestand in Spanje voor het grootste gedeelte beheerscht. Te Barcelona en Malaga, waar eveneens ernstig is gevochten, hebben de opstandelingen zich overgegeven. De grens tusschen Spanje en Frankrijk is gesloten. (Dit alles zijn berichten van 20 Juli). Maar de geheele maand door is de toestand met geringe wijzigingen dezelfde gebleven. Overal in den lande verscheen de burgerbevolking op straat met revolvers en geweren om het bestaande regime te verdedigen, en inderdaad schijnt zij er in geslaagd te zijn op een aantal plaatsen de muiterij tijdelijk te bedwingen, die evenwel gedurig weder uitbreekt.
Intusschen vergaderden, 23 Juli, te Londen de Locarnisten en bepaalden daar dat de drie mogendheden (Frankrijk, België en het Vereenigd Koninkrijk) stappen zouden doen om te komen tot een bijeenkomst van de vijf Locarno-mogendheden (ook