De Gids. Jaargang 100
(1936)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 376]
| |
In memoriam L.C. van der VlugtToen wij, nog slechts een goed half jaar geleden in een artikel over de twee nieuwe musea van den Haag en Rotterdam een aantal architecten noemden, die o.i. ‘positief, onsentimenteel en onbezwaard door verouderde “aesthetica” hun geest gericht hielden eer op het elementaire dan op het voldragene’, en die zóó den eenig juisten weg naar een toekomstige bouwkunst hadden ingeslagen, zetten wij vóóraan in de rij Brinkman en Van der Vlugt. Bij één, den architect Duiker, moest helaas worden aangegeven, dat hij reeds overleden wasGa naar voetnoot1). Nu is een tweede dier jongeren en niet de minste, nu is L.C. van der Vlugt ontvallen aan deze groep en daarmede aan Nederland en aan onze bouwkunst. Twee-en-veertig jaar oud eerst. Hoe vol mogelijkheden had zijn toekomst nog kunnen zijn, met hoeveel werk had hij ons land nog kunnen verrijken. Het was geen toeval, dat wij de namen Brinkman en v.d. Vlugt voorop stelden bij het noemen der verschillende namen. Staat niet hun grootste en bekendste werk vooraan, ook vrijwel chronologisch, in de rij der belangrijkere Nederlandsche werken, die een nieuwe visie, een nieuw durven en een nieuw kunnen openbaarden? Om den bouw speelde zich niet het spektakel af, dat om een prijsvraag of om een openbaar gebouw pleegt te ontstaan, als het meer dan banale middelmaat of wat anders dan ‘Renaissance’ of Zweedsche imitatie wil geven. Bovendien, het ging immers ‘maar’ om een ‘fabriek’. Doch wie, die van Amsterdam naar Parijs spoort, ziet iets van onze eeuw, dat belangrijker is dan dit werk van den jongen van der Vlugt tusschen Schiedam en Rotterdam? | |
[pagina 377]
| |
Zoo ook dacht die Noorsche collega erover, die voor eenige jaren per vliegtuig van Scandinavië naar Frankrijk trekkend, plannen en afspraken liet varen en op ‘Waalhaven’ uitstapte omdat hij over iets gevlogen was, dat nader bezien moest worden en belangrijker was dan heel de reis. Het bleek.... het complex van v. Nelle te zijn! ‘Wie was van der Vlugt?’ zullen misschien velen vragen; in deze snelle, drukke en volle tijden, kent men, naast voetballers en wielrenners, dikwijls nauwelijks meer dan de namen uit eigen vakkring. Van der Vlugt was iemand, die weinig sprak, maar veel werkte, iemand aan wien het gegeven is geweest, zonder veel betogen en zonder veel polemiek, in reeds jonge jaren aan zijn ideeën vorm te kunnen geven. Aan een nog kort geleden gevoerd gesprek denken wij, in het kantoor aan de Maas, met het heerlijk uitzicht op de helaas te weinig bedrijvige rivier. Het vertrek rustig, licht en zonnig, aan den wand een montage van verschillende uitgevoerde werken. En het gesprek: van een openheid en van een begrijpen en waardeeren van de praestaties van collega's als men wel zelden vindt. En zeker wel zelden bij iemand, die zelf eerst zoekende, een zoo nieuwen weg als eerste mee betrad, om alvast met een etiquet beplakt, door niet-begrijpers tot een te bestrijden symbool te worden gemaakt. Van der Vlugt liet woord en wederwoord; hem was het gegeven met daden door te gaan tot zijn helaas te vroeg verscheiden. Wij gedenken hem met eerbied; van der Vlugt stond, als één der beste jongeren, mede aan het zware begin van dat nieuwe bouwen, dat niettegenstaande alle wanbegrip, gemopper en dom geschrijf, den grondslag alreede gevormd heeft, voor de komende bouwkunst.
J.H. Plantenga |
|