Stem uit de redactie
Shakespeare officieel erkend.
- Men zou er de folianten der historie eens op moeten naslaan om te weten of er Shakespeare ooit zooveel officieele eer bewezen is, in Amsterdam, als bij de eerste opvoering van den Midzomernachtsdroom, als film.
De burgervader zelf en vele wijze mannen van het stadsbestuur, kortom een hoogst edelachtbaar gezelschap dat men zelden in den schouwburg zag indien daar Shakespeare gespeeld werd, eerde dit product van Amerika, Reinhardt en good old William met zijn aanwezigheid. Men hoorde woorden als cultureele daad, groote kunst voor het groote publiek: kortom Shakespeare werd officieel erkend. Er is, bij geen Shakespeare-première van Royaards, Verkade, Saalborn of van Dalsum ooit zooveel officieele erkenning geweest.
Met de beste bedoelingen, ongetwijfeld. En dat is het ergste. De poëzie in deze film is van de soort van een steenen groep kaboutertjes achter een kruiwagen met kunstgeraniums, ter eere van den jongsten zoon des huizes op diens verjaardag Bengaalsch verlicht. In die soort is het echter natuurlijk alles echt mooi - een Reinhardt-revue met elfen in puriteinsch loszinnige gewaden aan touwtjes, wier haren stuk voor stuk van echt zilverdraad zijn, met echte spinnewebben met dauw, en musiceerende gnomen op iedere boomtak en de heele betooverende muziek van het woud compleet, met bordpapieren mombakkesen. Geen geest van den midzomernacht of Reinhardt heeft ze op de ateliers van Hollywood natuurgetrouw laten uitvoeren. Geen versvoet of hij maakte er een duizendpoot van (met mechaniek). Het lijkt dan ook net hooge kunst zooals men zich die in edele gemoederen voorstelt: het is zeer vaag, met veel sterren, en ach zoo dichterlijk. De mantel van Oberon is zeven en negentig meter lang, en met de maneschijn heeft men ook niet op de kosten gekeken. Het