De Gids. Jaargang 100(1936)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 196] [p. 196] Ik denk aan u.... Gij waart daar fijn en slank in uw groote vertrekken, Bij duizende boeken in kasten en rekken. In ieder boek is ingegrift, Met klein, zeer duidelijk letterschrift, Uw smaak, uw kloek verstand. Ik zie u daar, rank in het grijs. Het glad, volkomen grijs van paden na de regen. Uw haren, grijs als uw gewaad, bewegen Licht, als dichte halmenbos, wanneer ge gaat. Gij gingt zoo ver, op vele wegen. Bewegelijk, smal, nerveus is het blozende gelaat. Als fijne rashond, trillend van speurzin En leven, zie ik u tusschen uw boeken in. Uw woorden, zij sprankelen als springende bron. Altijd vloeiend, koel-vurig, schitterend in de zon. Vol kleuren, gevangen houdend, ons boeiend. Mijn vriend, hoe heeft uw woord mij steeds bekoord. Uw wijsheid en uw geesteskracht. Wat heb ik dikwijls 't overdacht. Met hoeveel liefde het aangehoord. Al uw gedachten, wijd en schoon, Zijn ingeankerd in ons hart. God geve ons eens een grooter loon: Men dacht.... Gij kwaamt uit een ver land. Gij zijt terug gegaan. Zien wij u weer aan 's Hemels strand? J.C.A. Alberdingk Thijm Vorige Volgende