Stem uit de redactie
Paedagogiek of Didactiek?
- Het voornemen der regeering, ‘bijzondere aandacht’ te wijden ‘aan de organisatorische en paedagogische vragen inzake het onderwijs, voorzoover deze op het terrein der overheid liggen’, heeft, blijkens het Voorloopig Verslag, waarmee de Tweede Kamer het 6e Hoofdstuk der Rijksbegrooting voor 1936 heeft beantwoord, bij verscheidene leden de huivering opgewekt, die hen pleegt te overvallen, wanneer zij ook maar de schim van een mogelijkheid zien, dat aan het heilig huis der onderwijsvrijheid door overheidsdrang of overheidsdwang zou kunnen worden geraakt. Bij paedagogische vragen - aldus hun gedachtengang - spelen steeds principieele kwesties een rol en daarom behoort de Overheid zich zooveel mogelijk van inmenging op dit gebied te onthouden.
Het doet niet zeer sympathiek aan, dat op een, naar erkend moet worden, eenigszins duistere aankondiging van een voornemen tot maatregelen, die het onderwijs betreffen, inplaats van met een vraag naar de juiste bedoeling onmiddellijk wordt gereageerd met een uiting van schrik en wantrouwen. Kon men werkelijk niet eerst eens afwachten, totdat de door anderen gevraagde nadere inlichtingen waren ontvangen en moest men nu ook bij dit onderwerp van meet af aan de principieele verdeeldheid op den voorgrond plaatsen, die zulk een rampzalig kenmerk van het Nederlandsche onderwijs vormt?
Het is toch in ieder geval zeer goed denkbaar, dat de maatregelen, waarvan in de Troonrede sprake was, voornamelijk betrekking zullen hebben op de didactiek van het onderwijs en dat zij als zoodanig verre zullen blijven van alle beginselkwesties, die de term paedagogiek blijkbaar onmiddellijk in het bewustzijn roept. Het is met name te verwachten, dat er eindelijk eens een begin zal worden gemaakt met de verzorging van de opleiding