voortgaan. Hierop liep den 10den September de Engelsche Kanaalvloot uit naar de Middellandsche Zee.
Even later riep Hitler den Rijksdag bijeen, maar het bleek slechts om het hakenkruis als officieele vlag en verscherpte maatregelen tegen de Joden te doen te zijn geweest. Wat in Duitschland reeds bereikt was, gaf hij te kennen, moest niet door internationale conflicten in gevaar worden gebracht.
Engeland had nu nagenoeg de geheele ‘Home Fleet’ in de Middellandsche Zee ondergebracht, en begon te informeeren of Frankrijk niet, zij het met bescheidener middelen, aan een demonstratie daar zou willen mededoen? Frankrijk liet eenigen tijd verloopen en antwoordde toen, dat het niet alleen te water, maar ook te lande en bij de luchtmacht zou willen samenwerken.
Nadat Italië zich voldoende versterkt achtte om een inval te wagen, gaf het (22 September) eindelijk te kennen waarop zijn eischen nederkwamen: ontwapening van den negus (door Italiaansche militairen te bewerkstelligen); administratieve raadslieden aan te wijzen niet door den Volkenbond, maar door Italië; afstand van een strook die Eritrea in verbinding zou brengen met Italiaansch Somaliland. De voorstellen van Genève bleven daar ver beneden: organisatie der politie door buitenlandsche specialisten, toezicht op de Staatsuitgaven, clausule van economische gelijkheid, gemengde rechtspraak tusschen Abessyniërs en vreemdelingen. Den 2den October sprak Mussolini op de Piazza Venezia de menigte toe: economische sancties zou hij bejegenen met zelfbeheersching, tegenover militaire maatregelen echter militaire maatregelen stellen, oorlogsdaden beantwoorden met oorlogsdaden. ‘O, dat uw krachtige en onwankelbare beslissing den hemel vervulle’. Tegelijk werd van twee zijden: Eritrea en Italiaansch Somaliland, de Abessijnsche grens overschreden. Den 6den October werd Adoea genomen; den 13den Aksoem.
Nu kwam, voor eenige dagen ten minste, Genève met kracht in werking. Wapenembargo tegen Italië verordend; dat tegen Abessynië opgeheven. Financieele sancties aangenomen (onder onthouding van Oostenrijk en Hongarije). Eene subcommissie voor economische sancties vereenigde zich met een invoerverbod voor Italiaansche goederen. Maar hiermede hield de eensgezindheid op. Laval poogde te bemiddelen op den grondslag van op-