Minimum en maximum.
- De eerste schrede ter bescherming van den architectentitel is, naar de couranten melden, gedaan en men mag er den huidigen minister van O., K. en W. erkentelijk voor zijn, dat hij een reeds zoolang slepende zaak ter hand heeft genomen.
Zal er dan nu werkelijk een begin gemaakt kunnen worden met het keeren van den vloed van wangedrochten, die sedert jaar en dag stad en land verder komen ontsieren? Het is bijna too good to be true. Trouwens wij zijn er nog lang niet en er zal nog wel heel wat water door den Rijn stroomen, voor en aleer wij bevrijd zijn van de versierde topgevels, de sierlijk gebogen daken, 't riante glas in lood, de bandjes van imitatie natuur- of echte verblend-steen, in 't kort van alles, wat voor the man of the street als kenmerk geldt voor huizen, die - zooals dat in 't afschuwelijke krantenjargon heet - ‘onder architectuur’ zijn gebouwd.
Nogmaals: hulde aan een overheid, die het laissez aller voor de bouwkunst als misplaatst heeft ingezien en voor het voeren van den architectentitel van plan is, minimum-normen te gaan stellen.
Dat het intusschen ook voor den ontwerper geboden kan blijken onder zekere maximum-normen te blijven, leeren ons enkele uitspraken en beslissingen van schoonheidscommissies en gemeentebesturen uit het Gooi.
Toont de minister inzicht en probeert hij een juisten rechtsvorm te vinden, de gemeentebesturen hebben reeds lang een recht, n.l. om bouwvergunning te weigeren, als niet aan ‘welstandseischen’ is voldaan. Doch de bedoelde Gooische instanties blijven, blijkens de gevallen Groenewegen, Rietveld en Hausbrand, ten eenen male onder de norm van redelijkheid en inzicht.
Voor hen is een bepaald ‘soort’ van ‘landelijkheid’ tot criterium geworden, waartoe men z'n project zal moeten omwerken, als het der vroeden vaderen nog niet ‘rustiek’ genoeg voorkomt.
Zoo wordt eenerzijds geholpen, anderzijds geschaad en 't blijkt eens te meer, dat waar een bepaalde bevoegdheid aanwezig is, doch begrip ontbreekt, alleen hij, die tusschen minimum en maximum in staat, of zich tot allerlei concessies laat dwingen of daartoe bereid is, als architect in sommige gemeenten van ons lieve vaderland een kans heeft.