De Gids. Jaargang 98(1934)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Verzen Con Sordino Mij is de wetenschap der verre dingen, Toen alles anders was, toen nog de wind Zijn slaaplied zong voor het betooverd kind Dat 's avonds saamspraak hield met de seringen. Soms kan ik mijn gedachten niet meer dwingen. Dan zijn mij alle dingen hard als grind En 't is of deze wereld niets meer bindt Dan de muziek van die herinneringen. God, dichtend slechts en droomend door het leven Te gaan is al mijn wensch. Reeds is de weg Die mij gemeten is gegaan ten halve. En nòg is 't kostbaarst dat mij was gegeven Een middag dien 'k in schaduw van een heg Verdroomde tusschen 't bloeien van de malve. [pagina 51] [p. 51] Het Verleden In oude tijden hebben wij gevonden Meer dan in déze 's levens diepst geheim En daarvan zingt het ons door alle stonden En daarvoor roept elkander rijm na rijm Want hoe ons 't heden kwellen moog' of dreigen, Het was ons nimmer waardig een gezang. Doch één ontroering laat ons niet meer zwijgen En daarvan zingen wij ons leven lang: 't Is die om 't weten van gewézen dingen, Menschen die leefden in een vroeger licht, Steden die tot den laatsten steen vergingen En sterren anders in den nacht gericht. [pagina 52] [p. 52] Louis XVI Die 't al benéden zich të achten dorst, Zelfs: zich met zorgen om den staat te plagen, En zich tot eten, drinken, slapen, jagen Beperkte: is deze niet een waarlijk vorst? Te jagen in de bosschen van Meudon, Daarvoor is 't wel goed koning zijn, te snurken Als een minister spreekt, te doen ontkurken Bij wildbraadmaal een oude flesch Mâcon! Een koning ook hierin dat hij verfoeit Het voorbeeld door zijn voorouders gegeven: Nooit liefde voor een laagre vrouw hem boeit; Een koning die, toen hij voor zijn beleid (Dat geen beleid wàs) boette met zijn leven, Met kalm geweten stond voor de eeuwigheid. J.J. van Geuns Vorige Volgende