De Gids. Jaargang 98(1934)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 314] [p. 314] Gang naar het kerkhof Wij gingen naar het kerkhof langs het water En op het water lag alleen maar zon. 't Was winterdag, maar om ons heen begon Iets blij's te fluistren over 'n warmer ‘later.’ Het gras lag rijpbedekt naast onze voeten, Rechtop stond achter ons de luide stad En riep ons toe, of wij niet wisten, dat Men nooit aan dooden oude schuld kan boeten. Wij liepen langs de gladgeharkte paden En lazen hier en daar in grijzen zerk Van wie voorbijgegaan was, 't levensmerk, Dat door den kouden steen ons werd verraden. In de ongetooide boomen krasten kraaien, Een rozeboompje stond verschrikt en naakt, Tot lentevreugd nog niet opnieuw ontwaakt, Verlegen over een oud graf te waaien. Toen schikten vreemd-zorgvuldig onze handen Wat bloemen op het koele vlak van steen. 't Werd stil om ons. We gingen zwijgend heen. De stad lag in een roode zon te branden. - A. Hendriks-Kappelhoff Vorige Volgende