De Gids. Jaargang 98(1934)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 49] [p. 49] Verzen Roccoco 't Is hoorbaar als een fijne klank waarin Versailles tegenspeler is van Weenen, Een samenspel volmaakt wijl Mozart de eene Partij speelt, de andre Frankrijks koningin. Wie moet niet denken aan die serenade - Door Mozart Kleine Nachtmusik genoemd - Als het behaagziek hof voor het gebloemd Gazon verlaat de welverzorgde paden? Zij blijft haar heele leven l'Autrichienne En Mozart met den Franschen geest verwant. Die band is 't die Europa overspant Tot in den tijd van Loménie de Brienne: Hij was minister vóór Neckèr: 't verschil Van de twee tijden klinkt in deze namen! Toen over 't Fransche rijk de stormen kwamen, Was Mozart's stem alreeds voor immer stil. [pagina 50] [p. 50] Stroomlied Zij kennen 't allen, die den stroom bevaren, Het diep geheim dat in zijn stilte huist, Zij hooren het, wanneer het water ruischt Als in den tijd toen zij nog kindren waren. En aan hun reisdoel denken zij dan niet, De lading laten ze in het ruim verscholen. Zij willen liever langs den oever dolen Tot zij de plaats ontdekken in het riet Waar hij gestaan heeft toen voor 't laatst hij staarde Het landschap in: waar gingen alle wegen Naartoe, nu hém het leven niet meer zong, Nu hij verdwááld was tusschen zooveel zegen? 't Was of een donkre wolk de zomeraarde Beschaduwde, den duur slechts van zijn sprong. [pagina 51] [p. 51] Bezinning O dat ik eens, al was het maar voor kort, Mijn oogst kon zaamlen, die nu door de winden Naar alle zijden weggestoven wordt, O dat ik eens mij zelf kon weder vinden Zooals wie op een wandling door het woud, Als hij verdiept is in het bloemen-binden, Opeens zijn eigen beeltenis aanschouwt In 't water tusschen 't drijvend geel der linden. J.J. van Geuns Vorige Volgende