meene staatsbelang eener sluitende begrooting van Nederlandsch-Indië te behartigen dan ‘het Plein’. Maar tot behartiging der centrale belangen van het rijk in Europa is de plaats niet bij uitnemendheid geschikt. Tenzij het beheer der schatkist er aan worde verbonden.
Waarom geen kanselierschap ingesteld dat schatkistbeheer en relatiën met de overzeesche staatsdeelen in zich vereenigt? Wil men het woord kanselier niet, men spreke van ‘voorzitter van den ministerraad’. Want het is duidelijk dat het permanente voorzitterschap van den ministerraad tot de opperleiding van den Staat der Nederlanden behoort. De gelegenheid om den premier het geheel van functiën op te dragen waaraan de centrale leiding behoefte heeft en in welker uitoefening zij zich op ongedwongen wijze tot traditie zou kunnen ontwikkelen, en daarmede de invoering van een der dringendste hervormingen waar de Staat der Nederlanden in zijn sedert 1922 bestaande constructie om roept, zijn verzuimd, en twee zinlooze dingen: departement van (niet bestaande) ‘koloniën’, en (alleen in naam bestaande) tijdelijkheid van het voorzitterschap van den ministerraad, bestendigd. Wat een schaamachtigheid en wat een sleur! Persuasie zal het effect moeten bereiken dat rechtens verzekerd had kunnen wezen.
C.