Het onverantwoordelijkst van al handelt een beweging tot Nationaal Herstel die ons uitnoodigt te stemmen op een tachtigjarig generaal van wiens politieke voornemens niets verluidt dan dit ééne feit dat hij om ze te verwezenlijken - niet in de Kamer zal gaan zitten! Stemmen wij Snijders, wij krijgen Westerman.
Sommigen lokt het aan, nu maar op Colijn als ‘sterken man’ te stemmen. Kamerlid wordt de heer Colijn in ieder geval door de stemmen zijner eigen partij. Men kan hoogstens het getal zijner volgelingen een weniig vergrooten, en de liberale elementen, waarmede de toekomstige regeering te rekenen zal hebben, nog wat verzwakken.
Het schijnt wel zeker dat een kabinet der christelijke coalitie niet meer mogelijk zal blijken: de christelijk-historische fractie hecht aan zulk een kabinet geen waarde meer. Dus naast katholiek en anti-revolutionnair een anderen derde genomen? Er is er een die zich gaarne aanbiedt. Aan de hechtheid van den aldus te scheppen ‘parlementairen grondslag’ geloof ik geen oogenblik. Hoe men ook knutselen wil, er is geen optelsom van fractiën te verzinnen die vertrouwen wekken kan.
Eene regeering moet niet uit het binnenskamersch overleg van fractiën voortkomen maar de fractiën tegemoet treden met haar eigen denkbeelden en eigen wil. Op zulk eene regeering kunnen wij niet stemmen, immers de aftredende gelooft in niets meer dan in haar eigen aftreden. Er is niets te doen dan de partij te stemmen wier invloed op de staatkundige leiding des lands wij het liefst versterkt zouden weten, en dan de uitkomst af te wachten. Rood en zwart aarzelen in eigen voorkeur nooit; mogen althans de tusschengelegen groepen hun aandacht niet wegschenken aan lijsten wier succes de verbrokkeling en machteloosheid van het parlement slechts verergeren kan.
C.