De verzenen en de prikkels
- Minister de Geer pleegt zijne millioenennota's met puntige gezegden te lardeeren. Dat is hem wel eens goed afgegaan. Ditmaal niet. Naar men weet laat de regeering de machtsmiddelen die zij bezit om financieel wanbeheer van gemeenten te keeren, vrijwel ongebruikt. Versobering der gemeentehuishouding kan door de regeering worden afgedwongen. In plaats van aan te kondigen dat dit zal geschieden, bepaalt de minister er zich toe, den prikkel tot bezuiniging, die reeds voor tal van gemeenten gelegen moet zijn zoowel in de gedaalde waarde der opcenten op de gemeentefondsbelasting, als in de gedaalde opbrengst van andere bronnen van inkomsten en de stijgende uitgaven voor armenzorg en werkloosheid, ‘scherp’ te noemen. ‘De fout in enkele gemeenten is dan ook niet, dat zij te weinig prikkels tot bezuiniging hebben, maar dat zij de verzenen tegen de prikkels slaan.’
Och kom; wij hebben nog van geen hiel het bloed zien druipen. De beweerde prikkels zijn dus geen prikkels; zij wonden niet; de vaart bergaf wordt geen oogenblik gestuit. De regeering weet dit zoo goed, dat zij voorstelt, ten behoeve van het gemeentefonds waaruit, per saldo, in de kosten van gemeentelijke buitensporigheden wordt bijgedragen, op de gemeentefondsbelasting, boven en behalve de opcenten die de gemeenten zelve mogen heffen, nog eens 30 opcenten te leggen, die voor inkomens boven de f 30.000 met één opcent per f 1000 inkomen toenemen, tot een maximum van honderd vijftig opcenten. ‘Een acute noodheffing,’ heet dit de regeering. Hier is inderdaad de scherpte te vinden, die, omdat roode gemeenteraden er niet van proeven mochten, op de bezitters moet worden toegepast.
Wat de regeering van het rapport-Welter zwemmen laat, wijst aan voor welken invloed zij zwicht. Alle nuances van