De Gids. Jaargang 96(1932)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 50] [p. 50] Verzen Vrouwenportret (naar M. van Heemskerck) Schuin staan de oogen in het blond gelaat, Dat over blonder krullen ondergaat In een gebarsten achtergrond. Daar zweven Nog wat dunne haren verder. De mond Is bruin, en rijp gesloten; en er streven Twee jukbeenderen buiten 't wangenrond. Het lichaam, hoog en donker uitgemeten, Wordt lichter pas, waar aan een gouden keten Het kruisbeeld zich tusschen twee vingers plaatst, Vol van juweelen, - alsof 'n spiegeling In haar fluweelen schoot 't gelaat weerkaatst, En dan in harde, blonde stukken springt. [pagina 51] [p. 51] De moeder Niets had zij begrepen van zijn klacht, Toen hij voor 't eerst verliet eenzelvig droomen En aan kwam tasten in een fluisternacht. Hij wilde stil en troostziek in haar stroomen, Terugbuigend als stuwend water naar de Bron, die rustig spiegelende vergaarde Wat beeld en neerslag haar te binnen bracht. - En toen zij slaap'rig opzag, en maar streelde, Gesloten bleef voor het onuitgebeelde, 't Vervloekt verzwegene, dat hem besprongen Was in het stroomgebied van háár gelijken: Toen gleed hij weg, en nam een nieuw besluit, En jaren knelde haar het harte uit De zoon, dor sijpelende, afgedrongen, En steenig-smal, haar vrede te ontwijken. [pagina 52] [p. 52] De voorganger Vaak denk ik dat ik aan hem, die vóór mij Haar hart bezat, 't weer af had kunnen dragen Toen 't mij een last geworden was,.... bevrijd Van wat als tusschenspel tòch niet kon slagen. Nooit zag of kende 'k hem, maar 'k zou 't hem vragen Als een, die in een estafettenrij Rennend beroofd is, maar niet is verslágen, Daar 't zelfde einddoel geldt voor allebei. Ik weet alleen die avondwandelingen Met haar, waarvan zij angstig aarz'lend sprak. Haast werden zij van òns: herinneringen Half, die men nooit loochende of verbrak, En half een waarborg voor het zoet gemak Waarmee hij op zijn beurt mij zou verdringen. S. Vestdijk Vorige Volgende