Er is immers tusschen de geestelijke of religieuze pretentie der hier gebruikte voorstellingen en de inhoud aan die voorstellingen gegeven door het gehalte der persoonlijkheid van den kunstenaar een merkwaardig verschil.
De historisch-religieuze voorstellingen spreken oude symbolen uit; de figuren van koningen, priesters, ridders, zijn de oude saamvattingen, waarin vroeger tijden een gebondenheid van motieven stelden als versterkende vormbeginselen voor den naar expressie dringenden geest. Die voorstellingen verloren voor onzen tijd aan bindende kracht, ze zijn als verdorde bladeren losgelaten. Omdat de oude beelden niet in de warmte van het hart kunnen rijpen, voert het hanteeren daarvan, zonder wijs beleid, tot moedwillig overspannen werken. Hoe vernuftig ook verder de vormgeving moge zijn, hoe toegewijd ook de technische verzorging, het gehalte van den scheppenden ondergrond is te kunstmatig van samenstelling, te arm aan bevruchtende bestanddeelen om de eischen voor een levend werk te bevredigen.
Daarom zal dit kerkgebouw door gebrek aan een leidinggevende gezindheid voor het geheel niet een rijke verscheidenheid van schakeeringen, maar een bazaar van glas worden. Een overladen menu van doodgekookte stijlen, waarin de vitaminen van den tijd ontbreken.
De toeschouwer zal verbaasd en verveeld langs de ramen drentelen, zoo als hij gewend is te doen in een slecht geordend museum. Hij zal bij wat meer interesse het voordeel erkennen van een gelegenheid waar men zijn keuze van glas rustig zal kunnen bepalen, zooals men bij Pander zijn meubelen kiest van alle denkbare stijlen.
* * *
Het Grotiusraam van Joep Nicolas meer in het bijzonder beschouwd, kan een openlijk fiasco worden geacht van zijn streven om het oude ambacht der glasschilderkunst te bevrijden van de architectonische voedingsbron en te vernieuwen met de transfusie van het vrijheidsbloed der moderne schilderkunst.
Dat dit streven bewuste opzet is van Nicolas, kan niet alleen uit vroeger werk blijken, maar alle vermoedens daar-