De Gids. Jaargang 95(1931)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 324] [p. 324] Gestalten De Verloren Zoon. Een geur van regen en van rijpe vruchten. Ik zie de blaren naar de aarde vluchten. Zij keeren weer in het vertrouwde huis en niets doet mij zoozeer mijn thuiskomst duchten. Tooneelspeler. Ik speel mijn hart voor U in duizend stukken, want wat het gaaf niet kon zal nu gelukken. Mijn hart was, heel, een doffe steen, terwijl de stralen van de breuk U pas verrukken. Koorddanser. Mijn handen die mijn leven redden moeten zijn in twee werelden - zij wenken, groeten hun eigen volken, eeuwen van elkaar - en tusschen beide wankelen mijn voeten. Danseres. Het lichaam kan den dans niet meer beletten. Ik dans. Het lichaam blijft zich nog verzetten. Ik dans mijn lichaam stuk, ik luister naar het roepen van de kleine castagnetten. [pagina 325] [p. 325] Meretrix. Zij houdt van bloemen en van morgenlicht, van sneeuw en zon, maar wie haar werk verricht heeft bloemen in het haar en licht van lampen en zonder zon blijft haar besneeuwd gezicht. Eric van der Steen Vorige Volgende