De Gids. Jaargang 95(1931)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 319] [p. 319] Van vroeger We waren verliefd, Maar niet op elkander. Op de liefde zelf, Op de een en de ander. We zagen elkaar Toevallig loopen - Jij moest eigenlijk Postzegels koopen. ‘Het land’ gingen we op. 't Was een avond in 't voorjaar. ‘Een leeuwerik, kijk!’ ‘Ik zie 'm niet.’ ‘Hoor maar.’ Ik hield van het land Met z'n brugjes en slooten. Nu is dat allemaal Ondergespoten. De stad schuift maar op. ‘Ons’ land raakt eronder.... Zeg, weet je het nog? 't Was een wonder. Wij beiden, bedeesd, Een jongen, een meisje - Neurieden vaag Een heel bekend wijsje. [pagina 320] [p. 320] De zon scheen zacht rood Over onze gezichten. We spraken niet veel, Citeerden gedichten. We liepen maar raak, Over 't gras, langs de paadjes En vonden terloops Een paar selderieblaadjes. Die selderiegeur - Is dat zoo bizonder? Je ruikt 'm zoo vaak. En toch was het een wonder. Hermien Manger Vorige Volgende