De Gids. Jaargang 94(1930)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 57] [p. 57] Verzen Voor middernacht Met gouden monstrans werd het volk gezegend. De litanie zweeg stil. - Het uur der nacht staat boven 't zwarte plein waar 't mist en regent. Nog zit de blinde aan de hoek der straat. En in hun omslagdoek verbergen vrouwen een donkren glimlach en een oud gelaat. De regen zwerft over de smalle werven en stort zich suizend op het hospitaal, over het schreien en het langzaam sterven. - Blauwe lantarens rinklen bij het veer. De nachtboot roept, en verre treinen schuiven. Er reizen velen af. Er keeren weinig weer. [pagina 58] [p. 58] Berceuse Vaak zwijgt het manen van den dood; en onder avondwolken goud en rood vinden we ons in een lente-gaarde verteederd door muziek en het geluk der aarde. Voor de een ligt in een melodie een jeugd gevangen; een ander peinst vol onbestemd verlangen: parelen, oogen en een vochtigblauwe ster.... Reeds zingt de stem van de muziek voor allen ver; zonder herkentenis van namen komen wij in een ander rijk tesamen: moeder - het huis, de rozen van weleer - het hopen op een wederkeer uit de ellende dezer laatre jaren naar de verloren teederheid van zachte handen, zachte haren in welker geur het rusten goddelijk was. - Om ons speelt koelte in het lichtzinnig gras. Een witte dauw stijgt op uit alle verten. En over droomen die geen van den ander kent ontwaken een voor een de vaste nachtgesternten op donker firmament. [pagina 59] [p. 59] Nieuw Voorjaar Mijn oogen spieglen stad en land, water en schepen. Dit volk spreekt een kloekmoedig harde taal en ruimte en wind hernieuwen hun verhaal dat ik als nu nog nimmer heb begrepen. Wolken en vuren spelen langs de luchten. De boeren dragen 't leven in de hand; in bruine vuisten woelt de spade en 't land zwelt geurend van verborgen kracht en vruchten. Wij deelen in het rijk manhaftig leven. Het lang verdrongen zieke hart geneest, het bloed stroomt driftig en de koene geest heeft zich weer duizelend op weg begeven. Theun de Vries Vorige Volgende