Men bedenke, dat de heer De Graaff bij meer dan één gelegenheid een alomvattende verantwoordelijkheid van den minister van koloniën heeft bepleit voor wat in Indië voorvalt; hij zal het gebeurde dus stellig niet schuiven op mr. Van Stirum en mr. Fock. Ook overwege men, hoe ondenkbaar het is, dat dit aangelegen en veelbesproken onderwerp aan de aandacht van een minister van koloniën der jaren 1919-1925 zou zijn ontsnapt. In het Koloniaal Weekblad van 3 Januari 1924 en de Indische Gids van 1924 (blz. 249) beschouwde dan ook uit hoofde dezer samenvoeging een Java-ambtenaar de bestuurshervorming-De Graaff als voor Java ‘feitelijk reeds in vollen gang’ (zij het nog niet ‘ten aanschouwe van iedereen’), er bovendien op wijzend, dat dit aldoor versnelde samenvoegingsproces van desa's er op berekend scheen juist op dát oogenblik gereed te komen, waarop, met het administratief gewest West-Java (1 September 1925), de bestuurshervorming officieel haar intree zou doen. De argwanende voorzegging schijnt helaas bewaarheid.
Derhalve: onder géén bewindsman heeft de samenvoeging van desa's zulk een omvang gehad als juist onder minister De Graaff, die in de eerste kamer zegt er nooit van te hebben willen weten. Ook de mededeeling aan de kamer op dit tweede punt is met de feiten in onverzoenlijke tegenspraak.
3. In de tweede kamer (19 en 21 Februari 1930) was twijfel gebleven, of de onthouding inzake de bestuurshervorming, die de minister van koloniën aanprees aan de kamers, ook gelden zou voor den minister zelf. Het punt was van te grooter belang, omdat op 12 Februari 1930 in den volksraad duidelijk genoeg was gebleken, dat de toekomstdenkbeelden ginds en hier op het stuk dezer hervorming elkaar allerminst dekken. Geprest immers om te zeggen, in hoever de minister op het binnenhof ‘officieele verklaringen’ ter zake gaf buiten Indië om, liet de Indische regeering antwoorden, niet, dat de minister aan de Indische raadgevers het eerste woord liet, maar (handelingen, blz. 2151, zie 2141; hieronder voorzien van eenige cursiveering):
dat het overleg dat tusschen de Regeering hier te lande en den Minister van Koloniën gevoerd is over de bestuurshervorming in de buitengewesten, tot op zekere hoogte geleid heeft tot overeenstemming.