De Gids. Jaargang 94(1930)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 18] [p. 18] Die 'k aan de Ebro achterliet 'k Hervind U daaglijks, doch 'k herken U niet, die 'k aan de helle stroom van d'Ebro achterliet, hoe reisde uit U, waar reisde 't heldre kind, dat 'k binnen 't bloeien van éen volle maan, éen zonnige mei-maan, heb bemind? Gij zijt dezelfde, doch Gij zijt het niet, die 'k aan de helle stroom van d'Ebro achterliet, wel zijn 't Uw malsche leden, zwaluwslank, Uw heupen, mild, en wiegend als het graan, doch wie ontroofde Uw oog de zoete lach, die zoet was als het bloeien van de maan? Ik zoek U schreiend, en ik vind U niet, die 'k aan de helle stroom van d'Ebro achterliet, 'k herken het huppelen van Uw borstenpaar, en 't slanke wuiven van Uw geurend haar, dat, speelsch, Uw bleeke wangen streelt.... Gij zijt dezelfde, maar ach Gij zijt het niet, die 'k aan de helle stroom van d'Ebro achterliet. Willem Gregor ten Berge. Vorige Volgende