De Gids. Jaargang 92(1928)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 330] [p. 330] De roovers. Ze slopen in donkere hoopen uit verblindende steden vandaan. - De hemel stond, zeide men, open. - De nacht was zonder maan. Ze kwamen nabij een heuvel - daarachter lag 't paradijs. Ze doken diep in elkander; ze kropen diefsgewijs. Toen heeschte één hartstochtelijk en hijgend: ....Rijst ginds het blinkende Huis?.... Doch tot den top genaderd sprong fel op daar het morzelend kruis. Ze deinsden in wilde verwarring - Geen waagde zich voorbij die dood'lijke versperring - noch ik.... noch gij.... Jan H. Eekhout. Vorige Volgende