Majoor Frans.
Reeds na het overlijden van mijn moeder deed in de pers een bericht de ronde - zie o.a. de Nieuwe Rotterdamsche Courant d.d. 24 December 1921, waarin het Utrechtsche Dagblad werd aangehaald - dat mijn Moeder als model zou hebben gediend van Mevrouw Bosboom-Toussaint als inspiratie voor Francis in haar boek ‘Majoor Frans’.
Thans komt het bericht wederom opduiken. De heer J.J. Moerman schreef in ‘Het Vaderland’ van 6 December j.l. een aardige herinnering over het vroegere leven op den Scheveningschen weg in het hotel ‘De la Promenade’, dat gelegen was tegenover het huis mijner Ouders, Villa Erica. Hierin vermeldt hij dezelfde suppositie en noemt zijn bron: Levens en Verhalen uit de Nederlandsche Letteren, door Johannes Vorrink, Tweede Deel. Deze bron maakt het daarom begrijpelijk, dat de heer Moerman meent, dat het bericht op juiste gronden berust.
Reeds eenige jaren geleden was het onze bedoeling het gerucht, dat op zuiver fantasie berust, uit de wereld te helpen, maar wij achtten het toen niet noodig in de meening, dat het bericht niet zou gaan behooren tot de litteraire geschiedenis van ons land. Nu echter opnieuw de aandacht op de inspiratie van Francis wordt gevestigd, meenen wij een tegenbericht te moeten geven, opdat geen historie worde hetgeen niet op juiste grondslagen berust en ik laat hieronder volgen een uittreksel uit den brief van Mevrouw Bosboom-Toussaint aan mijn Moeder d.d. 19 Juni 1884.
‘....Doch nu wij toch over boeken schrijven, moet ik U eens vertellen, dat “Majoor Frans” een zesde druk bekomt. De nieuwe uitgever vraagt mij een nieuwe voorrede, maar.... al weer een, het wordt slechts verdubbeling van herhalingen en dat wilde ik niet. Ik wilde iets anders.... Al nadenkende over de ongewachte goede ontvangst, die “Majoor Frans”