De Gids. Jaargang 92(1928)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 177] [p. 177] Open raam. Door lente's nachtelijke zaal Zong klagend-ijl de nachtegaal. Met mijne handen, bleek te saam lag ik geleund aan 't open raam. Een wapperende koelte woei met warmen geur van appelbloei voorbij mijn luisterend gezicht en roerde de gordijnen licht. Rondom het witte ledikant waarde de adem uit het land. Uw handje hing, een geel ivoor in slapen af als een trezoor. Ver achter meentland's zoele vrêe woelde het hart der koude zee. De hemel, een scharlaken wiek hing als de stilte, na muziek. En half ontwakend wenddet gij uw droomrig hoofd ter an'dre zij. Uw oogen op'nend en weer dicht. Een wolk ging ik langs uw gezicht. En hebt gij mij bij u herkend o liefde, in dit klein moment, zoo zwenk weer heen naar uw verschiet, want meer genade is er niet. Martien Beversluis. 5 Mei '27. Vorige Volgende