De Gids. Jaargang 92(1928)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 40] [p. 40] Verzen Adieu Afscheid. Grauw in vlagen jaagt de regen. Uit een droom teruggestort, en reeds in een tweeden levenskring, toch steeds de herinnering te voelen wegen; en te weten dat dit komen moest, snel en wreed, niet anders dan het zijnde, maar nòg voor dit onafwendbaar einde niet te kunnen bukken -! Zwaar en woest is de trein zijn weg gesneld, en gij wordt gevoerd langs droef gekromde boomen, over weiden en gezwollen stroomen die wij kenden, samen. Ver. Voorbij. - En ik draag mijn nu weer doelloos leven verder, maar behoedzaam, want er is als een broos tenger geheimenis om mij uw beminde geur gebleven; en ik weet hoe uwe zachte haren zijn geweest, uw handen onbewogen, de twee violieren van Uw oogen - en mijn hart moet dit geheim bewaren: Want de droom is heen gegaan met U, maar dit zal mijn leven vergezellen en zichzelve steeds opnieuw vertellen wanneer 's nachts de regen jaagt als nu. - [pagina 41] [p. 41] Nachtwandeling Sterhelder waakt de nacht met glans en schaduw en vreemde bloemen van het licht der maan. - Een vrouw zingt voor haar kind. - Ik wandel doelloos de verten tegen. Witte boomen gaan sidderend en slank voorbij. Nachtelijk murmelt een donker water en vergaat in woud. De trage vogels van het najaar vliegen. De wind spreekt in geheimen, eeuwenoud. Nog geuren geel verbloeid de late hoven, verwilderd half. Ik laat ze achter mij. Onder vergrijsde zerken slapen dooden den laatsten zwarten slaap. Ik ga voorbij, en weet niet meer voor welk visioen ik vlucht, van welk verlangen ik word aangedreven - Het najaar ritselt en de dood begint dieper te zingen door mijn doelloos leven. - [pagina 42] [p. 42] Onmacht. Dezen nacht breekt licht en schaduw weerloos onder 't masker van de schemering. Dezen nacht lig ik alleen en roerloos, maar mijn bloed beangst van siddering - Vlam noch wind of hunkerende ster.... Riep het leven gisteren voor 't laatst? Alle wolken zijn gedord van ver en de maan gloort dood, in niets weerkaatst. Stilte en duister spannen blind tesaam en mijn angsten fluistren wild Uw naam - Maar een vlaag die langs de ramen waarde (of een ziel voor altijd afscheid neemt) laat het hart nog meer verschrikt van de aarde en nog meer van de eeuwigheid vervreemd. Theun de Vries. Vorige Volgende