De Gids. Jaargang 91
(1927)– [tijdschrift] Gids, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
[pagina 38]
| |
Herfst.
Ver stond de strakke lucht,
Als een grijszijden scherm
Gespannen voor den dood.
Aan deze zijde een vlucht
Vogelen, met gekerm
Onze hoofden over, vlood.
De grond bekroop wat groen.
Schril staken stengels riet.
De wereld stond ontbladerd
In 't uiterste seizoen,
Waar zon haar lot verliet,
Weer tot de maan genaderd.
| |
[pagina 39]
| |
Kathedraal St. Miguel (Macao).
Als een rotsmuur steil rijst de façade
voor het diep verval van 't heiligdom
Weggevaagd van 't aardrijk; geen kolom
rest van de oude praal tot Gods genade,
Slechts de grauwe, rechtopstaande zerk
Stijgend van de kim der trappendrempel;
't Open ruim beheerschend; zonnetempel
Tot den einder onder 't koeplend zwerk.
Door de raamgaten, diep in de muur
- Heilgen zijn vernietigd met hun ruit -
Dringt zich nu het levende azuur
Vliegen vogels, stralen, in en uit.
De almachtigen in steen gehuld:
De Godsmoeder die de globe torst,
Voor zijn vloot der oceanen vorst,
Hebben in hun heilig ongeduld
Muren zuilen achter zich gestort,
Maakten hemelhal en wereldrond
Eenig waardigen, tot hun achtergrond
Afziend van de stad, tot puin verdord.
| |
[pagina 40]
| |
De Jonken (Macao).
Geheimgehouden in de donkre heuvlen,
Even verraden door het morgenrood,
Weer opgenomen in den schoot der neevlen,
Ontzweeft de baai een stille jonkenvloot,
Voor 't licht uiteengeweken aan de kimmen
Ter vischvangst, hier onzichtbaar, eeuwenver.
Eerst 't duister brengt den keer van wind en schimmen
Tusschen de rotsen onder de eerste ster,
Traagzeilende en ver naar voor gebogen,
In ouderdom die iedre storm verdroeg,
Door de verlatenheid, het diep voor de oogen
Opengespalkt terweerzij van de boeg.
J. Slauerhoff.
|
|